Bergvliegen

bergvliegen_07.jpg

Hohenems, 16 juli 2010. Al eerdere malen hebben we op flyforfun de lof gezongen over het vliegen in de bergen (kijk eens in deze zoekresultaten: http://flyforfun.be/?q=search/node/bergen). Wanneer onze familievakantie in Oostenrijk gepland werd, was het dus ook uitkijken naar een vliegveld in de buurt waar een ULM met instructeur ter beschikking konden staan.

De hangars in LOIH zijn goed gevuld met een aantal knappe toestellen.

Het vliegveld van Dornbirn-Hohenems (LOIH – www.loih.at) was het dichtste bij onze vakantiestek, op zo’n drie kwartier rijden. Het bleek uiteindelijk een geschikte keuze. Het veld is weliswaar niet groot (betonbaan van 600 meter lengte), maar het bruist er van activiteit. Tal van clubs hebben er hun basis, en in totaal zijn er zo’n 1.000 piloten actief.

Ik had afspraak gemaakt met Volker Dittmar van ULIG Aviators (www.pilotenschule.net) om met een P92 ULM van Tecnam de lucht in te gaan. Volker heeft met z’n 70 jaar in ieder geval meer dan genoeg ervaring om iemand een introductie te geven in het Alpenvliegen. Ook zijn vader was al als zweefpiloot actief, en zijn oom, Heini Dittmar, heeft ooit nog een fabriek gehad die de Condor (http://de.wikipedia.org/wiki/Condor_(Flugzeug)) ontwierp en bouwde.

Instructeur van dienst Volker Dittmar en de Tecnam P92 die we vandaag vliegen.

Na een preflight met ‘Deutsche Gründlichkeit’ (moeten eigenlijk niet alle preflights zo zijn?) was het tijd om in te stappen. Volker is instructeur op het toestel, dus kon ik links plaatsnemen. De meteo is quasi perfect: de onweerbuien van de vorige avond hebben de lucht schoongespoeld, en op dit uur in de voormiddag is er nog geen spoor van nieuwe convectie. Ook de wind is rustig zodat we in de bergen geen rekening moeten houden met te sterke turbulenties.

Eens in de lucht kan je vier landen zien: Liechtenstein en Zwitserland in het Westen, Duitsland in het Noorden, en natuurlijk Oostenrijk onder ons. Vanaf het vliegveld zetten we koers naar enkele Zwitserse bergen terwijl we blijven klimmen.

Een eerste regel voor het vliegen in de bergen volgt al snel: nooit recht op het reliëf toevliegen, maar altijd onder een hoek van 45° zodat je gemakkelijker kan uitwijken in geval er iets onderzien zich zou voordoen. Dit kan een ander vliegtuig of parapente zijn, maar ook onzichtbare turbulenties.

We zijn niet alleen in de lucht: op mooie dagen als vandaag is het altijd opletten voor collega luchtsporters.

Eens in het dal wordt altijd zo dicht mogelijk tegen het reliëf gevlogen. Dit om zoveel mogelijk ruimte te houden om om te keren. Als je de keuze hebt, draagt het de voorkeur weg om aan de lijzijde van de berg te vliegen om te profiteren van de stijgwinden. Op dagen dat het windstil is, is om dezelfde reden de zonnekant te verkiezen: deze warmt sneller op, en zal dus eerder thermiek geven dan de berghelling die in de schaduw ligt. Niet dat het de bedoeling is om te gaan zweefvliegen, maar ook met een motorvliegtuig kunnen we goed gebruik maken van deze ‘gratis energie’.

Fantastisch toch om zo dicht bij het reliëf te vliegen. Let wel, vliegen in de bergen houdt een aantal gevaren in die je best eerst met een instructeur leert kennen.

Een volgende oefening is om over een bergpas te vliegen. De meeste moderne ULM’s zijn om een aantal redenen goed geschikt om in de bergen te vliegen: de kruissnelheid is lager zodat de draairadius ook kleiner is, en over het algemeen hebben ze zelfs op enkele duizend voet hoogte nog genoeg stijgvermogen… iets wat met een Cessna 150 bijvoorbeeld al wel eens twijfelachtig kan zijn. Dit stijgvermogen hebben we volledig moeten aanwenden om de pas te overvliegen. Hoewel ik er initieel niet in geloofde dat we het zouden halen, hadden we ruim een paar honderd meter over.

Voor de rest was de vlucht puur genieten en sightseeing. Na Zwitserland ging het over Liechtenstein terug naar Oostenrijk, en vandaar naar Duitsland. De schansen in Oberstdorf en het slot Neuschwanstein baadden in de zon, en leveren mooie plaatsjes op om te delen met de familie die op dat moment in het hotel zich vermaakt in en rond het zwembad.

De schansen in Oberstdorf. Instructeur Dittmar haalt nog de anekdote aan hoe zijn oom bij de opening van de schans met een zweefvliegtuig een show ten beste heeft gegeven. Aangezien er toen nog geen sprake was van een vliegtuigsleep, we spreken net na de Tweede Wereldoorlog, moest het vliegtuig vanaf een hoger gelegen Alpenweide gelanceerd worden door middel van een elastiek of sandow.
Het slot Neuschwanstein, bekend van Sissi, is met jaarlijks vijf miljoen bezoekers de best bezochte toeristische attractie van Duitsland.

Na juist twee uur zit de vlucht er op, en kan ik de Alpeneinweisung berechtigung (introductie Alpenvliegen) in mijn vliegboek bijschrijven.
Meer foto’s, en het exacte traject van de vlucht, kan je hier bekijken: http://www.a-trip.com/tracks/view/55018

Een vliegveld met de bergen op de achtergrond, en eveneens de Bodensee vlakbij… wat kan een mens nog meer verlangen?

Tekst en foto’s: Peter Snoeckx

Frans Van Humbeek

Frans Van Humbeek

is hoofdredacteur van Hangar Flying. Hij is freelance luchtvaartjournalist en auteur van verschillende luchtvaartboeken. Frans probeert zowat alle facetten van de Belgische luchtvaart op te volgen, maar zijn passie gaat vooral uit naar het luchtvaarterfgoed en de geschiedenis van de Belgische vliegvelden. Binnen het redactieteam van Hangar Flying zorgt hij ook voor de updates van www.aviationheritage.eu.

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer