Gaston De Ruyter diende het grootste deel van de Eerste Wereldoorlog aan het front maar op 28 februari 1918 kon hij toch overgaan naar de Militaire Luchtvaart en een opleiding als militair piloot beginnen. Na het behalen van zijn militair vliegbrevet in de Belgische vliegschool van Juvisy-sur-Orge kwam hij toe bij het 11de Jachtsmaldeel op 2 oktober 1918. Vijf dagen later, op 7 oktober 1918 verongelukte hij te Alveringem bij een testvlucht met een Sopwith Camel.
Sopwith Camel
Naam van Sgt-Vl Gaston De Ruyter op het monument voor de gesneuvelden te Huy
door webmasterdoor webmasterGaston De Ruyter diende het grootste deel van de Eerste Wereldoorlog aan het front maar op 28 februari 1918 kon hij toch overgaan naar de Militaire Luchtvaart en een opleiding als militair piloot beginnen. Na het behalen van zijn militair vliegbrevet in de Belgische vliegschool van Juvisy-sur-Orge kwam hij toe bij het 11de Jachtsmaldeel op 2 oktober 1918. Vijf dagen later, op 7 oktober 1918 verongelukte hij te Alveringem bij een testvlucht met een Sopwith Camel.
Larch Wood (Railway Cutting) Cemetery te Zillebeke telt 856 Commonwealth graven, waarvan 321 niet geïdentificeerde gesneuvelden. Er staan 82 special memorials voor gesneuvelden waarvan de precieze plaats van het graf niet meer gekend is. Na de Wapenstilstand werden gesneuvelden van een tiental kleinere kerkhoven naar hier overgebracht. Er zijn 21 graven van Royal Flying Corps en Royal Air Force gesneuvelden.
Gaston Hector Boël melde zich bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog als oorlogsvrijwilliger en diende aanvankelijk bij het leger. In 1917 kreeg hij zijn overplaatsing naar de Militaire Luchtvaart. Na het behalen van zijn militair vliegbrevet komt hij bij het 6e Verkenningssmaldeel terecht. Hij kwam om het leven op 7 augustus 1918 toen zijn Sopwith Camel neerstortte bij het opstijgen van Houtem.
Op het Belgisch militair kerkhof van Hoogstade zijn tussen de Belgische graven ook een twintigtal Commonwealth gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog begraven. Vier daarvan behoorden tot het Royal Flying Corps of de Royal Air Force.
Op de stedelijke begraafplaats van Blankenberge zijn 80 Commonwealth militairen begraven waarvan 14 niet geïdentificeerde. Acht van de geïdentificeerde graven dateren van de Eerste Wereldoorlog en 68 uit de Tweede Wereldoorlog waarvan respectievelijk 4 en 46 van Royal Air Force militairen. Een groot aantal van de gesneuvelden die hier begraven zijn, kwamen om het leven op zee waarna hun lichaam enkele dagen of weken later aanspoelde bij Blankenberge.
De militaire begraafplaats van De Panne telt 3.739 graven; er worden 136 Belgische doden herdacht die er niet (meer) begraven liggen. 3.366 Belgische doden uit de Eerste Wereldoorlog werden er begraven of herdacht, waarvan 811 niet geïdentificeerde. Er rusten eveneens 36 Franse gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog begraven, waarvan drie niet geïdentificeerde. Tenslotte liggen er ook nog 342 Belgische doden uit de Tweede Wereldoorlog, waarvan 42 niet geïdentificeerde. Er werden vierentwintig Belgische gesneuvelden van de Militaire Luchtvaart of waarnemers van de kabelballons begraven, waaronder talrijke slachtoffers van de Spaanse griep.
2nd Lieutenant Roy Reid Thomson maakte deel uit van 70 Squadron. Hij kwam om op 3 november 1918 toen hij tijdens een luchtgevecht werd neergeschoten. Zijn Sopwith Camel serial E7198 stortte neer te Zwevegem.
Nine Elms British Cemetery telt 1616 graven. Er warden 1,556 Commonwealth militairen van de Eerste Wereldoorlog begraven en 37 Duitse graven van dezelfde periode. Het kerkhof telt drie graven van het Royal Flying Corps en twee of drie Duitse graven van vliegeniers.
Op het CWGC Kemmel No.1 French Cemetery rust slechts een Royal Air Force militair, 2nd Lt Charles Leonard Kelly van 204 Squadron, overleden op 20 september 1918.