Tot 1918 was de Groote Oorlog grotendeels aan het dorpje Havay voorbij gegegaan. Dat veranderde in februari van dat jaar. De bevolking geëvacueerd, want het tweehonderd huizen tellende dorpje zou door de Duitse luchtstrijdkrachten gebruikt worden als testcentrum voorbommenwerpers. Dat laatste oorlogsjaar werden nieuwe types explosieven op het dorp gedropt om de vernietigingskracht ervan op de gebouwen te onderzoeken. Na de oorlog werden nog meters diep niet-ontplofte reusachtige vliegtuigbommen opgegraven – sommige hadden een lengte van wel vier meter.