Gedenkteken Belgian Overlord Wings 1944

Operatie Overlord was de codenaam voor de Geallieerde landing in Normandië op 6 juni 1944. Ook Belgische piloten en eenheden namen deel aan de operaties op D-Day. Voor 350 Sq was er een specifieke rol weggelegd: het beschermen van de schepen en ontschepende troepen zeer vroeg op de morgen en zeer laat ’s avonds. Daarvoor hadden ze in de aanloop naar D-Day speciaal getraind vanop Peterhead in Schotland. Ook 349 Sq was van de partij en bij hun derde operatie van de dag stoten ze in de buurt van Caen op een groep Junkers Ju 88s: twee werden er neergeschoten terwijl drie andere als beschadigd geclaimd werden. Op die eerste dag verloor 350 Sq echter ook F/Lt François Venesoen, waarschijnlijk geraakt door flak; hij slaagde erin om te springen en zijn vleugelman zag hem worstelen om in zijn dinghy te geraken maar helaas is hij sindsdien vermist.
Een andere belangrijke eenheid voor de Belgen in de Royal Air Force was 609 Squadron: over de vijf jaar van de Tweede Wereldoorlog was ongeveer één derde van de piloten in deze eenheid Belgisch. Hun Typhoons waren ook van de partij op D-Day: ze vlogen over de streek achter de kust, vielen een Duits radarstation aan en schoten op alles wat bewoog met hun raketten en 20 mm kanonnen. Ook in de weken na D-Day zouden Six-O-Nine en de andere Typhoon squadrons, waarin ook enkele Belgische piloten vlogen, een bepalende rol spelen bij het terugdringen van de Wehrmacht.
Op 18 juni 1944 kwam 609 Squadron naar het vasteland, meer bepaald naar Advanced Landing Ground B-2. B-2 Bazenville (soms ook vermeld als B-2 Crépon) lag in de velden tussen de dorpen Bazenville, Crépon en Villers-le-Sec. De bouw van dit geïmproviseerd vliegveld begon kort na middernacht op D-Day en was bijna klaar op 9 juni toen een B-24 er een noodlanding maakte en daarbij nogal wat schade aanrichtte, wat de ingebruikname vertraagde. Maar op 11 juni was B-2, het tweede Britse vliegveld in Normandië (B-1 lag vlakbij in Asnelles-sur-Mer), klaar om de Canadese Spitfires van 127 Wing te ontvangen. Het werd ook gebruikt voor de evacuatie van gewonden, het bijtanken van squadrons die van Groot-Brittannië invlogen voor operaties boven het vasteland maar er niet gebaseerd waren, en piloten met een technisch probleem konden er landen indien het risico bij de terugvlucht over het Kanaal te groot was. Het is mogelijk dat ook 349 Sq kort gebruik maakte van B-2. In Mike Donnet’s boek ‘Ils en étaient’ (Pierre De Meyere, 1979), de geschiedenis van 349 en 350 Squadrons, vermeld hij een ongedateerde passage op B-2; in Guy De Win’s geschiedenis van 349 (‘From Sunrise to Sunset’, BAHA & Historische Dienst van de Belgische Strijdkrachten, 2002) staan dan weer verschillende data voor landingen op ALG’s in Normandië zonder de precieze plaats. 609 Squadron, deel van 123 Wing, bleef slechts vier dagen op B-2 maar de Canadese 127 Wing bleef er tot eind augustus 1944. Leven en werken op een ALG, zeker in de eerste weken na D-Day, was niet altijd eenvoudig: de eerste ALG’s lagen vlakbij de invasiestranden maar ook het front zelf was slechts enkele kilometers verwijderd. De Duitse artillerie nam de vliegvelden regelmatig onder vuur en opstijgen kon niet in om het even welke richting door de nabije Duitse flak.

De eerste ideeën voor het monument kwamen van Adjudant Kurt Plyson, van de IPR dienst van Comopsair. Samen met de andere leden van die dienst, was hij de centrale spil om de nodige ‘goodwill’ en de steun van de Luchtmacht voor het concreet project uit te bouwen.
De algemene ondersteuning van het project was in handen van Eric Rombouts (reserve luitenant-kolonel van het vliegwezen), die actief is in verschillende vzw’s rond de Belgische luchtvaart en in een aantal historische organisaties.
Voor de realisatie van het monument hebben ze contact genomen met het Departement Air van de Koninklijke School voor Onderofficieren in Saffraanberg. Daar heeft een team onder coördinatie van Adjudant Jürgen Fontaine de modellen van de vliegtuigen van 609, 349 en 350 Squadrons in dit dynamisch monument verwerkt.
Ter plaatse in Crépon, werd een terrein vlak bij de Advanced Landing Ground B-2 Bazenville, ter beschikking gesteld door Koen Sileghem, de Belgische eigenaar van de “Ferme de la Rançonnière”.

Het gedenkteken voor de Belgische piloten en eenheden die aan Operatie Overlord deelnamen staat in Crépon aan de Ferme de la Ranconnière, in 1944 een grote boerderij, tegenwoordig een hotel-restaurant. Het is een mooi en origineel gedenkteken geworden: twee Spitfires in formatie, symbool voor 349 en 350 Squadrons, met ernaast een optrekkende Typhoon voor 609 Sq. De drie vliegtuigen zijn mooi uitgevoerd in metaal met invasiestrepen erop aangebracht. Ze werden op een pleintje geplaatst met drie infoborden over het vliegveld B-2, over de gemeente Crépon en haar ‘ferme-manoirs’ (grote boerderijen), en een derde bord met informatie over 349, 350 en 609 Squadrons. De inhuldiging had plaats op donderdag 23 mei 2019. Er was een flinke delegatie van de Belgisch Luchtmacht met een doorvlucht van vier F-16s van 349 en 350 Sqn (met invasiestrepen). Bovendien was ook de Nederlander Remco Sijben van de partij met zijn Stinson V-77 N1943S in Royal Navy kleuren met invasiestrepen. Hij maakte een doorvlucht waarbij Popies uitgestrooid werden.

We bezochten het gedenkteken de dag na de inhuldiging en maakten er kennis met Bernard Vereecke. Hij vertelde fier dat hij als tweejarige jongetje op een foto op het infobord over het vliegveld stond. Zijn familie vluchtte in 1940 vanuit Langemark, aanvankelijk naar Noord-Frankrijk, later naar Normandië, omdat thuis bijna niks meer recht stond van de ouderlijke boerderij. De familie vestigde er zich tijdens de oorlog en bleef er ook na de oorlog wonen; vader Léon Vereecke kon er verder als boer aan de kost komen en uiteindelijk ook een boerderij verwerven. Zoon Bernard, geboren in 1942, zette later de boerderij verder. Deze boerderij is nu het hotel-restaurant Ferme de la Ranconnière, uitgebaat door Belg Koen Sileghem en zijn echtgenote Isabelle Vereecke, de dochter van Bernard (www.ranconniere.fr/). Het is dus geen toeval dat het Belgische gedenkteken hier geplaatst is.
Aan de kerk van het nabijgelegen Bazenville staat een gedenkteken voor 83 Group Control Center RAF die vanop Bazenville de luchtoperaties in goede banen leidde, voor de drie Canadese squadrons van 127 Wing, 403, 416 en 421 Sqn, en voor Pierre Closterman die op 15 juni 1944 voor de eerste maal terug voet aan de grond zette in Frankrijk. Iets verder in de richting van Ryes ligt een Commonwealth War Graves Commission begraafplaats met 870 graven (waarvan 275 Duitse). De regio is ondergedompeld in de geschiedenis van Operatie Overlord, met vlakbij de kunstmatige haven van Arromanches, maar in bijna elk dorpje zal je iets vinden dat herinnert aan deze periode. We kunnen een bezoek aan het Belgian Overlord Wings 1944 gedenkteken en de omliggende regio heel warm aanbevelen.

Meer details over de geschiedenis en de ligging van B-2 kunnen via deze twee links gevonden worden:
https://forgottenairfields.com/airfield-bazenville-b2-1096.html
www3.sympatico.ca/angels_eight/127local.html
Het originele logbook van B-2 Bazenville bleef bewaard bij de eerste CO van het tijdelijke vliegveld, de nieuw Zeelandse Wing Commander Walter Jarvis, en is nog steeds in handen van de familie Jarvis.

********

Opération Overlord était le nom de code pour le débarquement allié en Normandie le 6 juin 1944. Des pilotes et unités belges avaient un rôle active dans les opérations du Jour J. 350 Squadron avait comme tache spécifique la protection des bateaux et des troupes débarquant tôt le matin et tard dans la soirée ; l’unité s’était entrainé spécialement pour ce rôle à Peterhead en Ecosse. 349 Squadron était également de la partie et lors de son troisième sortie de la journée, une rencontre avec des bombardiers Ju 88 de la Luftwaffe dans la région de Caen résultait dans deux victoires confirmés tandis que trois autres étaient revendiqués comme endommagés. Ce premier jour du débarquement, 350 Squadron perdait également le F/Lt François Venesoen, probablement victime du flak ; son ailier le voyait sauter de son Spitfire et se lutter contre les vagues pour embarquer dans son canot de sauvetage mais hélas, il est porté manquant depuis ce jour.
Une autre unité d’importance pour les Belges dans la Royal Air Force était le 609 Squadron: pendant la durée de la Deuxième Guerre Mondiale, un tiers des pilotes de cette unité étaient de nationalité belge. Ils faisaient également partie des opérations du Jour J: ils patrouillent dans la région côtière, attaquent un poste de radar allemand et généralement tiraient avec leurs roquets et le canon de 20 mm sur tous ce qui bougeaient. Les semaines après le Jour J Six-O-Nine et les autres unités équipées de Typhoon, avec quelques autres aviateurs belges dans leurs rangs, jouaient un rôle déterminant dans le repoussement de la Wehrmacht.
Le 609 Squadron atterrit le 18 juin 1944 sur le continent, sur le ‘Advanced Landing Ground B-2’. B-2 Bazenville (parfois cité comme B-2 Crépon) avait été construit dans les champs entre les villages de Bazenville, Crépon et Villers-le-Sec. La construction de cet aérodrome provisoire avait démarré tout juste après minuit du Jour J et était presque fini le 9 juin quand un B-24 y fit une atterrissage forcé en endommageant la piste, ce qui reportait l’utilisation. Mais le 11 juin B-2, le deuxième aérodrome en Normandie (B-1 se situait tout près à Asnelles-sur-Mer) était prêt pour recevoir les Spitfires Canadiens du 127 Wing. L’aérodrome était également disponible pour l’évacuation de blessés, pour faire le plein en munitions et en carburant des avions opérant au-dessus du continent mais ayant leur base en Grand Bretagne, et les pilotes avec un problème technique y pouvait atterrir si le risque d’un amerrissage pendant le vol de retour au-dessus de la Manche était trop grand. Il est possible que 349 Squadron opérait brièvement de B-2. Dans le livre de Mike Donnet ‘Ils en étaient’ (Pierre De Meyere, 1979), l’histoire des 349 et 350 Squadrons, il mentionne un passage non daté à B-2 ; dans l’histoire du 349 Squadron par Guy De Win (‘From Sunrise to Sunset’, 2002), les dates d’atterrissages sur des ALG en Normandie sont mentionné sans spécifié les noms des aérodromes. 609 Squadron, un des unités du 123 Wing, ne restait que quatre jours à B-2 mais le 127 Wing Canadien y restait jusqu’à la fin d’aout. Vivre et travailler sur un ALG, surtout pendant les premières semaines après le Jour J, n’était pas une sinécure : les plages de débarquement étaient tout proche mais le front n’était parfois que quelques kilomètres plus loin. L’artillerie allemand tirait régulièrement sur les aérodromes alliés tandis que le flak tirait sur les avions au décollage ou à l’atterrissage.
Adjudant Kurt Plyson, de Comopsair IPR, avait avancé l’idée d’un mémorial pour les aviateurs belges du Jour J. Il s’appliquait avec d’autres membres de ce service, afin de faire germer cette idée vers un projet plus concret et de générer le ‘goodwill’ et le support de la Force Aérienne.
Eric Rombouts, Lieutenant-Colonel d’Avi Hre et actif dans plusieurs asbls de l’aviation belge et associations historiques, était chargé du support général du projet.
Pour la réalisation du monument contact fut prise avec le Departement Air de l’Ecole Royal des Sous-Officiers de Saffraanberg. Une équipe coordonner par l’Adjudant Jürgen Fontaine réalisait les modèles des avions des 349, 350 et 609 Squadrons et les intégrait dans un monument dynamique.
A Crépon un terrain près du Advanced Landing Ground B-2 Bazenville avait été mis à disposition par Koen Sileghem, propriétaire belge de la “Ferme de la Rançonnière”.
Le mémorial pour les unités et pilotes belges participant à l’Opération Overlord est situé à Crépon en face de la Ferme de la Ranconnière, en 1944 une ferme-manoir, aujourd’hui un hôtel-restaurant. C’est un mémorial original et élégant : deux Spitfires en formation, symbole pour les 349 et 350 Squadrons, à côté d’un Typhoon en ressource pour 609 Sq. Les trois avions ont été exécuté en métal poli avec les marquages d’invasion noir et blanc. Ils ont été placé au milieu d’une petite pelouse avec trois panneaux d’information sur l’ALG B-2, sur la commune de Crépon et ses ferme-manoirs, et le troisième panneau avec l’information sur les 349, 350 et 609 Squadrons. L’inauguration a eu lieu jeudi 23 mai 2019. Il y avait une délégation important de la Force Aérienne avec passage de quatre F-16s des 349 et 350 Squadron (avec marquage d’invasion). Il y avait aussi Remco Sijben, Néerlandais et propriétaire du Stinson V-77 N1943S dans les couleurs du Royal Navy avec marquage d’invasion. Il survolait le mémorial en dispersant des ‘Popies’.
Lors de notre visite le jour après l’inauguration, nous avons rencontré Bernard Vereecke. Il nous racontait fièrement qu’il figurait sur une photo sur les panneaux d’information comme garçon de deux ans. En mai 1940, sa famille, originaire de Langemark, se refugiait d’abord dans le nord de la France, puis dans la Normandie, car de la ferme paternelle il n’y avait presque plus rien debout. La famille Vereecke s’y installait et y restait après la guerre; le père Léon Vereecke gagnait la vie comme fermier et plus tard pouvait acquérir une ferme. Le fils Bernard Vereecke, né en 1942, reprenait plus tard la ferme de son père. La ferme est maintenant l’hôtel-restaurant ‘Ferme de la Ranconnière’, exploité par Koen Sileghem et son épouse Isabelle Vereecke, fille de Bernard (www.ranconniere.fr/). Ce n’est donc pas une coïncidence que cette endroit a été choisi pour le mémorial belge.
Un autre mémorial se trouve à l’église de Bazenville ; il commémore le 83 Group Control Center RAF, qui dirigeait les opérations aériennes à partir de B-2, pour les trois unités Canadiens du 127 Wing, 403, 416 et 421 Squadrons, et pour Pierre Clostermann qui y mettait pied sur terre en France pour la première fois depuis le début de la guerre le 15 juin 1944. Un peu plus loin dans la direction de Ryes se trouve un cimetière du Commonwealth War Graves Commission avec 870 tombes (dont 275 de militaires allemands). La région est immergée dans l’histoire de l’Opération Overlord, avec tout près les restants du port artificiel d’Arromanches, mais on trouve quelque chose qui rappelle la période dans presque chaque village. Nous pouvons recommander chaudement une visite au mémorial Belgian Overlord Wings 1944 et la région environnant.
Plus de détails sur l’histoire et la position de B-2 sont disponible sur les liens ci-dessous:
https://forgottenairfields.com/airfield-bazenville-b2-1096.html
www3.sympatico.ca/angels_eight/127local.html
Le journal de bord original de B-2 Bazenville a été conservé par le premier officier commandant de l’aérodrome provisoire, le Wing Commander Néo-Zélandais Walter Jarvis, et est toujours dans les mains de la famille Jarvis.

Beelden: Eerste zes foto's 'Belgian Overlord Wings 1944' gedenkteken, zevende foto gedenkteken B-2 Bazenville, © Luc Wittemans, 24/05/2019
Datum gebeurtenis:
06/06/1944
Datum inhuldiging:
23/05/2019
Datum registratie:
29/05/2019
Locatie:
Gedenkteken Belgian Overlord Wings 1944
Adres:
Het gedenkteken is gelegen langs de D65 ‘La Ranconnière’ op de plaats waar ‘Les Fontaines’ (straatnaam) op deze weg uitkomt. Aan de overkant van de D65 ligt Hotel-restaurant Ferme de la Ranconnière.

FEEDBACK

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer