De circulaire jongens van Vilvoorde

Bart-Deheegher-1

Vilvoorde, 3 augustus 2017. Het Vilvoordse havengebied herbergt een crematorium en ook een ander gebouw dat discreet aan het zicht van het grote publiek wordt onttrokken. De dood wordt er gevierendeeld en terug tot een ander leven gewekt.

Afgedraaide olie
Zijn handelaars in schroot handlangers van de dood? Vroeger wel, hoe zouden anders autokerkhoven zijn ontstaan? Ook hun voorkomen was geheel in het register, zwarte klauwen van handen, verroeste tanden in hun bek, morsige barakken als bedrijfspanden en de zwarte koffie in hun mokken kon evengoed afgedraaide olie zijn geweest. Kortom, ijzervreters waren het. Auto’s worden niet langer meer gedumpt op braakliggende terreinen en dat geldt sinds jaar en dag ook voor vliegtuigen die op het einde van hun leven zijn gekomen.

Gepokt en gemazeld
Bart Deheegher (51) een schroothandelaar gaan noemen zou dan ook een vertekend beeld kunnen oproepen. Maar dat per se gaan tegenspreken hoeft voor hem evenmin. Aan zijn statig bedrijfspand aan de Jean Monnetlaan te Vilvoorde heeft hij zelfs zijn firmanaam PartsCare (www.partscare.aero) achterwege gelaten. ‘Bel’ is het enige opschrift op de gevel en slaat gewoonweg op de deurbel. “Onze klanten zitten hoofdzakelijk in het buitenland”, stelt hij, “en daarom hebben wij geen behoefte aan gevelreclame, laat staan aan een onmiddellijke ‘exposure’. Websites en direct mailings zijn veel belangrijker.”

Bart, industrieel ingenieur elektromechanica van opleiding met specialisaties in automatisatie en in lucht- en ruimtevaarttechnieken, is gepokt en gemazeld in het vak. Ruim vijfentwintig jaar geleden mocht hij bij cargocarrier DHL meteen van start gaan als ingenieur, er werkopdrachten en modificaties uitschrijven, nieuwe updates bedenken. Een uitdagende job, dat wel, maar een gebrek aan ervaring ging hem enigszins parten spelen. Ook de handen niet letterlijk uit de mouwen te kunnen steken, zat hem niet lekker. Een omslag naar hulpmechanieker om na zeven jaar praktijkervaring over te steken naar het management voor het onderhoud van de Europese vloot, ging hem beter in zijn sas brengen. En toen trok DHL de stekker eruit en verkaste naar Leipzig omdat Zaventem geen extra nachtvluchten wou toestaan. Wij schrijven 2008.

Bart Deheegher, schroothandelaar in edele delen.

Tegen de banden sjotten
Bij de pakken blijven zitten is niet Bart zijn natuur en leeggehaalde werkplaatsen zijn nog minder zijn thuis. Zich bij het Nederlandse AviaCare ingekocht als werkende vennoot en bij dat eerstelijnsonderhoud van airliners kwam hij alvast fysiek goed aan zijn trekken. Zoals de bandenspanning van de lijnvliegtuigen tussen het landen en het opstijgen controleren door even tegen de wielen van het landingsgestel ‘te sjotten’. Yep,  dàt lag hem wel. Maar de visie op het management van zijn vennoot stond hem gaandeweg minder aan. Bart: “Mijn partner wou er erg competitief tegenaan gaan en, zeg maar, Lufthansa-kwaliteit gaan leveren tegen Ryanair-prijzen. En daar kon ik mij helemaal niet in vinden. ‘If you pay peanuts, you get monkeys’ is mijn devies en jammer genoeg heb ik gelijk gekregen. AviaCare werd enkele maanden geleden failliet verklaard.”

Boels en Loxam
Met Fly-Out Invest, het verhuren van gereedschap, had Bart Deheegher zijn eieren alvast niet één mand gelegd: “Als verhuurbedrijf met zo’n 20 à 30.000 werktuigen – ‘you name it, we rent it’ – zijn wij zonder meer de Boels of de Loxam van de Europese luchtvaart geworden door permanent op zo’n 15 à 20 plaatsen tools te verhuren.”

Massa’s materieel in hun huis hebben om vliegtuigen te onderhouden, te monteren en te demonteren? Meteen goed voor een spin-off, dacht Bart, zou een handel in gecertificeerde onderdelen hem niet kunnen liggen? Komt daarbij dat gerenommeerde vliegtuigmaatschappijen een dode stock in onderdelen aanhouden, terwijl een wereldwijde activering ervan toch meer efficiënt zou kunnen zijn? Het beheren van onderdelen in opdracht van dergelijke operatoren bleek een gat in de markt te zijn, en begin 2015 richtte Deheegher, samen met Geeraard Hens, PartsCare op. Niet zonder succes en goed voor een groeiende renommee in luchtvaartmiddens. Voor constructeurs als Textron, Pratt & Whitney, Honeywell mogen zij inmiddels hun nichemarkt gaan vertegenwoordigen.

Nu ook nog de snelste manier vinden om zélf een stock aan te leggen? De afbraak – of liever: het ontmantelen – van vliegtuigen op leeftijd. Simple comme un bonjour!

Geeraard Hens, wereldwijde handel met wereldtijden.

Jubileumnummer 250
Cessna 525 CitationJet CJ1 kreeg niet zomaar het constructienummer 525-0250 mee. Gebouwd in 1998 en trots de wereld rondgevlogen met een speciale belettering als het 250ste toestel van de reeks. Met uiteindelijk ook een Belgische registratie als OO-JDK. Of het te maken heeft gehad met ons regenachtige klimaat is niet duidelijk, maar onoverkomelijke corrosie ging het toestel vroegtijdig uit de lucht houden. Het paradepaard van gisteren, een vergane glorie vandaag en afgevoerd als schroot. Schroot?

De Cessna CJ 525-0250  (ex F-HMJC HB-VMT N250CJ) op 30 mei 2011 gefotografeerd op Brussels Airport. (Foto Guy Viselé)

Zeg maar liever een schatkist aan onderdelen. Een stevige beurs hebben Bart en Geeraard er moeten voor neerleggen, maar de verkoop van de twee motoren (Williams turbofans FJ44 – 1A) ging de kosten voor de prospectie, de aankoop en het transport al dekken. Bart: “De markt van hoogwaardige onderdelen gaan bevoorraden voor toestellen waarvan er enkele honderden zijn gebouwd lijkt ons erg interessant te zijn. En met een project als een Cessna 525 CitationJet zitten wij niet verkeerd; meer dan 600 exemplaren verlieten de ateliers van Textron.”

De circulaire economie, een nieuwe gangbare term voor de recyclage van afgedankte grondstoffen en materieel, is aan PartsCare volledig besteed. Bart: “Voor de luchtvaart spreken we dan over de hercertificering van gerecupereerde onderdelen.”

Cessna 560 Ultra, een schatkist aan onderdelen.
Bout met een identiteit.
Air intake van de Cessna 525 Citation klaar voor verkoop, verhuring of omwisseling.

Me, myself and I
“Me, myself and I”, ging Bart zich voorhouden als ondernemer maar zo’n spitsvondig personeelsbestand bleek hij niet lang te kunnen volhouden. De demontage,  de identificatie, de certificatie en last but not the least de acurate opslag en verzending van vliegtuigonderdelen is immers erg arbeidsintensief. Drie maanden geleden kwam Thomas Van Hoecke (28) zijn team vervoegen. Als vliegtuigmechanieker fileert hij nauwgezet de Cessna 525-0250 ondergebracht in het kraaknette atelier aan de Jean Monnetlaan, waar ook een Cessna 560 Ultra als mechanische orgaandonor – onder een constante temperatuur en vochtigheidsgraad – uit mekaar wordt gehaald. Thomas kreeg zijn opleiding aan het Vlaams Luchtvaartopleidingscentrum (VLOC) te Oostende, ging op stage bij Bart en Geeraard en kreeg er enige tijd later de job aangeboden. Dagelijks over en weer naar de kust neemt de Oostendenaar er graag bij.

PartsCare is een officiële stageplaats van het VLOC. Thomas Van Hoecke werd er opgemerkt en later aangeworven.

Podiumkunstenaar
Zorgt Bart voor de grote projecten zoals het aankopen van uitgediende ongevallenvrije privéjets, het inschatten van een hoge roulatie aan onderdelen, het toezicht op een correcte afbraak, dan neemt zijn vennoot Geeraard Hens (40) het logistieke beheer en de wereldwijde verkoop van de inmiddels gecertificeerde onderdelen voor zijn rekening.

UTC-time, Brussels time, New York time, Los Angeles & Hong Kong time; vier klokken helpen hem om zijn klanten niet uit hun bed te gaan bellen. En zo kan hij de wereld rondreizen net als een podiumkunstenaar. Als een podiumkunstenaar, pardon? Yep! Ooit op een podium te gaan staan als muzikant was althans zijn eerste roeping. Geeraard volgde immers een voorbereidende opleiding met dans, voordracht en muziek om later aan een conservatorium of aan de prestigieuze Studio Herman Teirlinck te gaan studeren. Al ging hij even graag uit werken om zich te smeden als selfmade bij luchtvaartbedrijven als DHL/EAT en Brussels Airlines, of in zaken te gaan met een eigen webwinkel voor piloten en hun toebehoren. Zijn leven nam een andere vlucht. “But you never know”, lacht hij.

Hangar
‘Van de grond gaan’ en ‘the sky is the limit’ moeten zowat de meest uitgesleten clichés in de luchtvaartwereld zijn, maar de ruimte ertussen gaat nooit vervelen, plannen schrappen of dromen dwarsbomen. Bart Deheegher: “Iedere ondernemer denkt uiteraard aan groeicijfers, maar op de markt van de afgedankte zakenjets zitten wij momenteel gebeiteld. Morgen airliners gaan slopen betekent ook over grotere middelen te moeten beschikken. Immense hangars onder meer.”

Cessna 560 Ultra @ FL350? Zoek de fout! Tip: europaletten links.

De fotosessie in de bescheiden PartsCare-hangar mag voorlopig voor een leuke verrassing zorgen. De afdekfolie waarmee cockpit van de Cessna 560 Ultra is bekleed lijkt onbedoeld een blauwe hemel met witte wolken te ensceneren. Cessna 560 Ultra @ FL350. Zoek de fout!  Hangar Flying, jawel.

Tekst en foto’s: Luca Swinnen

 

Luca Swinnen

Luca Swinnen

Freelance journalist (Panorama, Humo, Jambers, Deng), copywriter. Privé-piloot. Ook op de grond zit hij met het hoofd vaak boven de wolken. Dagdromer maar voor alle zekerheid toch een brevet nachtvliegen op zak gestoken. Woont in de buurt van het Franse Maubeuge met het zicht op weidse horizonten. In mei 2019 gaf hij zijn ontslag als redactielid van Hangar Flying.

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer