Monument voor de bemanningen van drie Geallieerde bommenwerpers en een Mustang-jager

Op zondag 20 juni 2010 werd er in Gierle een nieuw monument ingehuldigd ter nagedachtenis van vier geallieerde vliegtuigen die daar tijdens de tweede wereldoorlog zijn neergestort. Het initiatief werd genomen door de plaatselijke oud-strijders die hiervoor de hulp kregen van het gemeentebestuur en tal van verenigingen, waaronder ook Spearhead vzw. Het was hun wens om deze gebeurtenissen in herinnering te brengen nu er nog ooggetuigen in leven zijn. Jaren geleden waren er immers al gedenkplaten opgericht voor de burger- en militaire slachtoffers van Gierle zelf.

Uit de maandenlange voorbereidingen kwam een uitgebreid programma voort. Gedurende het weekend van 19 en 20 juni liep er een tentoonstelling in de Schuur over WO2 in het algemeen en over de neergestorte vliegtuigen in het bijzonder. Op de zaterdagavond werd er een panelgesprek gehouden met drie oud-strijders. Zondag was het hoogtepunt van de herdenkingen met een gedenkmis, de onthulling van een nieuw monument, re-enactment van de bevrijding en ‘s namiddags een rondrit langs de plaatsen waar de vliegtuigen gevallen zijn.

Drie bommenwerpers

Een eerste vliegtuig stortte in Gierle neer op 9 mei 1944. Het was een Amerikaanse Consolidated B-24 Liberator, serienummer 42-52584 van het 787 Bomb Squadron, 466 Bomb Group. Zij vielen op die lenteochtend Duitse vliegvelden in bezet gebied aan om het luchtoverwicht te veroveren op de Duitse Luftwaffe. Dat was noodzakelijk opdat de geallieerde landing een kans op succes zou kunnen hebben. Het specifieke doelwit van de 466 BG was Sint-Truiden-Brustem. Het bombardement werd met succes uitgevoerd maar op de terugweg werd de vloot bommenwerpers aangevallen door Duitse jachtvliegtuigen. Boven de Kempen ontstonden luchtgevechten waarbij verschillende vliegtuigen, jagers zowel als bommenwerpers werden neergeschoten. Volgens Duitse bron was het de aas Addi Glunz (II./JG 26) die de 42-52584 hoog boven Gierle aanschoot. 6 Van de 10 bemanningsleden kwamen om het leven op het Gierlese gehucht Hemeldonk. De vier overlevenden werden krijgsgevangen gemaakt. Tegen de straatkant van de weide waar dit gebeurde werd in 2005 al een gedenkplaat geplaatst, welke nu vervangen is door een plaat van hetzelfde type als de andere drie nieuwe gedenkplaten.

Enkele maanden later was het weer zover. Op 11 september 1944 deed de Royal Air Force een aanval op de fabriek voor synthetische olie in Gelsenkirchen. Opmerkelijk hieraan was dat deze missie overdag werd gevlogen, daar waar de RAF gewoonlijk ’s nachts bombardeerde. Het geallieerde luchtoverwicht was inmiddels zo sterk dat de Halifaxen en Lancasters zich ook overdag boven Duitsland durfden vertonen. Echter de Flak was nog een te duchten tegenstander. En dat zou de RAF op een bloedige manier ondervinden die dag. Bij het wegvliegen van het doel werd Halifax LL584 van 578 Squadron geraakt in de linkervleugel: de beide motoren aan die kant vielen uit en ze verloren zelfs een stuk van de vleugel. De piloot Wood moest al zijn kracht en behendigheid gebruiken om het toestel enigszins bestuurbaar te houden. In een uiterste krachtinspanning probeerde hij het toestel zo ver mogelijk naar het westen te sturen. Ze wisten dat hun grondtroepen aan het Albertkanaal stonden in België. Mogelijk dachten ze bij het kruisen van het kanaal bij Turnhout dat ze al boven bevrijd gebied waren, maar ze waren inmiddels al zo laag dat ze niet veel verder meer kwamen. Boven Gierle gaf de piloot zijn bemanning bevel te springen. Zelf bleef hij plichtsgetrouw zo lang mogelijk aan het stuur en sprong zelf op het allerlaatste nippertje. Hij kwam neer op slechts een 200 meter van de crashplaats van zijn vliegtuig, achter de boerderij van L. Vervoort aan de Lilse Baan. Hij was gewond maar had veel geluk gehad dat hij met zijn parachute in een boom terecht was gekomen, want hij was zo laag gesprongen dat zijn valscherm niet helemaal was open gegaan. En dan gebeurde er iets heel speciaals met deze bemanning. Met uitzondering van Archer, de rugkoepelschutter die de pech had vlak naast een vrachtwagen Duitsers te landen en krijgsgevangen werd genomen, werden alle andere bemanningsleden door het verzet opgevangen en ontkwamen zij zo aan de greep van de Duitsers. De piloot Wood hing nog maar net in die boom te bengelen of de jonge verzetsman Boni Mellaerts was er al bij. Er was geen tijd te verliezen. Bonni maakte het parachuteharnas van Wood los en nam hem mee richting dorp. De zes vliegeniers vonden een onderkomen bij verschillende verzetsgroepen en vochten gedurende de volgende twee weken met hen mee, tot de bevrijders op 24 september definitief tot in Gierle doordrongen.

Maar ondertussen had zich nog een drama voltrokken. Op 17 september begonnen de luchtlandingen van wat later bekend werd als de slag om de brug van Arnhem. Maar het ging om veel meer dan die brug alleen, er moest een hele corridor diep in vijandelijk gebied veroverd worden waarbij Amerikaanse parachutisten de bruggen en omgeving van Eindhoven en Nijmegen voor hun rekening houden. Tot het moment dat de grondtroepen hen bereikten waren zij afhankelijk van bevoorrading vanuit de lucht. Daarvoor werden in de volgende dagen ook bommenwerpers ingezet, onder andere de B-24’s van de 392 Bomb Group. Op 18 september werd één van hun toestellen bij het afwerpen van de voorraden, wat op zeer lage hoogte diende te gebeuren, geraakt door de Duitse luchtafweer. Verscheidene bemanningsleden werden hierbij gewond. Men trachtte ook in zuidelijke richting tot in de bevriende linies te komen, maar boven Lichtaart werd de toestand onhoudbaar en begonnen ze eruit te springen. Helaas met fatale gevolgen voor enkele onder hen. Eén kwam zwaar neer en brak zijn been, een ander leed een open beenbreuk en bloedde dood. Nog een andere kwam terecht in een boom en werd verhangen in de koorden van zijn parachute. De piloot, Wade Sewell, wist dat er minstens nog één bemanningslid aan boord was dat zo zwaar gewond was dat hij niet meer kon springen. Wellicht heeft hij daarom geprobeerd nog een kraaklanding te maken. Na het kruisen van de Gierlebaan, vlogen ze nog de toppen uit enkele Canadabomen om vervolgens zeer zwaar neer te komen in een veld langs de Oude Lillebaan. De Liberator brak hierbij in stukken maar o wonder ontstond er geen brand. Ook dit keer waren de verzetsmensen van Gierle waakzaam en spoedden ze zich naar de crash. Op de Gierlebaan stond net een colonne Duitse voertuigen, maar om één of andere reden treuzelden die even om naar het vliegtuig te komen. Boni en een vriend aarzelden niet. Niet nadenken, doen! Ze vonden Wade Sewell tussen de wrakstukken, maar de piloot was er erg aan toe. Bij het neerstorten was hij zowat gescalpeerd. Maar ze konden hem wel meenemen. Ook troffen zij het andere zwaargekwetste bemanningslid nog aan, maar zijn verwondingen waren zo erg dat zij niets voor hem konden doen. Hem moeten achterlaten was een zeer moeilijke beslissing. Na een hachelijke ontsnapping waarbij de Duitsers zelfs op enkele meters van hen vandaan passeerden, brachten ze Sewell naar een dokter en later naar een hospitaal, waar hij enkele dagen later werd bevrijd.

En een mysterieuze Mustang

Tenslotte is er nog een P-51 Mustang neergestort niet ver van de Vosselaarseweg aan het Giels Bos. De getuigenissen hieromtrent komen niet overeen wat de datum waarop dit gebeurde betreft. Wel bevestigen zij elkaar wat het lot van de piloot betreft: deze kon afspringen en zou veilig en wel aan de grond gekomen zijn. Verder is uit enkele wrakstukken die bewaard zijn gebleven vast komen te staan dat het een P-51D was, dus een relatief ‘laat’ type. Spijtig genoeg is het zonder een juiste datum of enig uitsluitsel over de naam van de piloot of het serienummer van het toestel niet met zekerheid te bepalen over welk vliegtuig het hier ging. Daarom is deze gedenkplaat (voorlopig) algemeen gehouden. Het onderzoek naar de omstandigheden van deze crash loopt verder. Hopelijk kunnen we u weldra berichten dat het missende puzzelstuk is gevonden. Als iemand tips heeft, alle informatie is welkom.

Het monument en de gedenkplaten.

Net zoals in vele andere dorpen had ook in Gierle het neerstorten van de vliegtuigen een grote indruk gemaakt. Het contact tussen de ontsnapte vliegeniers en hun helpers is, soms met tussenpauzes en soms ook pas na jaren terug te zijn ontstaan, in ere gehouden. Zowel Wood als Sewell hebben jaren na de oorlog Gierle nog bezocht. Inmiddels zijn beide wel overleden maar bij de herdenkingen was wel Geofry Wood, de zoon van de piloot van de Halifax, aanwezig. Aan hem en aan pilotenhelper Bonni Mellaerts viel de eer te beurt om het nieuwe monument aan de Schuur in het centrum van Gierle te onthullen. Gelukkig waren de weergoden ons ook nog gunstig gezind toen daarna de bevrijding van Gierle onder een grote publieke belangstelling nog eens werd overgedaan met voertuigen van Spearhead vzw. en de acteurs van toneelgroep Anoniem. Ook de rest van de dag stond helemaal in het teken van de herdenking en tentoonstelling over WO2. En zelfs dagen daarna was het evenement nog het gespreksonderwerp in het dorp.

Proficiat en dank aan alle medewerkers en deelnemers, zonder die vele helpende handen was dit niet mogelijk geweest.

Luc Cox

Na de inhuldiging van het monument in 2010, deden de Planehunters verder onderzoek naar het nog onbekende vliegtuig. Ze onderzochten de gekende gevonden onderdelen en deden een bijkomend onderzoek op de plaats van de crash. Ze kwamen tot het besluit dat het een zeldzame P-51K Mustang betrof. Ook konden ze nog min of meer bepaalde beschilderingen identificeren. Dit bracht hen tot het besluit dat het P-51K 42-12093 betrof van de 370th Fighter Group, 402nd Fighter Squadron van de 9th Air Force die op dat moment vanaf Ash Y-29 vloog. De piloot was op een testvlucht toen het toestel in brand vloog. Het crashte te Gierle en de piloot kon werkelijk op het allerlaatste nippertje nog uitspringen maar kwam met zijn parachute in de vuurzee van het gecrashte toestel terecht. daarbij werd hij zwaar verbrand.
Op 10 mei 2015, tijdens de 6e Gierle Memorial Wereldoorlog Twee werd het gewijzigde gedenkteken ingehuldig. Daar waar vroeger in vage bewoordingen hulde gebracht werdt aan de nog onbekende vlieger, kwam er een extra plaat op de zuil met gegevens van de piloot, Capt Clarke C Fitts.

Beelden: © Benny Ceulaers, 20/06/2010 | © Hubert Michiels, 20/06/2010 | © Luc Wittemans 21/07/2021
Datum inhuldiging:
20/06/2010
Datum registratie:
25/06/2010
Locatie:
Monument voor de bemanningen van drie Geallieerde bommenwerpers en een Mustang-jager
Adres:
Op het pleintje achter de kerk, Singel, Gierle, Lille
Lengtegraad:
4°52’04.4″E
Breedtegraad:
51°16’03.9″N

FEEDBACK

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer