Surviving Victory. De aangrijpende biografie van jachtpiloot en kunstenaar Philip Vickers.

Vickers2.jpg

Langdorp, 1 november 2009. Surviving Victory is het verhaal van Philip (Bockman) Vickers, Spitfire-piloot tijdens de Tweede Wereldoorlog en vermaard kunstenaar tot aan zijn dood in 2003. Enkele jaren voor zijn overlijden begon hij zijn autobiografie te schrijven, waarna zijn weduwe zijn verhaal afwerkte en het recent uitgaf. Het is een merkwaardig verhaal van een buitengewone man, dat leest als een roman.Surviving Victory is een verhaal over overleven, in de ruimste zin van het woord. Philip Bockman groeide tijdens de Grote Depressie van de jaren ’30 op in de stoffige Amerikaanse staat Oklahoma, waar het leven weinig toekomstperspectief bood aan een tiener zoals hij. Bovendien geloofde zijn brutale en gewelddadige vader er absoluut niet in dat zijn zoon ooit iets zou bereiken, wat zich uitte in voortdurende vernederingen en onderdrukking. Tot overmaat van ramp verloor een getergde Philip zijn geliefde moeder op erg jonge leeftijd, waardoor alle warmte en geborgenheid voorgoed uit zijn leven leek verdwenen te zijn. Uiteindelijk trok hij met zijn zus in bij een tante, vastbesloten om zijn vaders ongelijk te bewijzen. Zijn verdere leven zou gekenmerkt worden door een innerlijke gedrevenheid om te bewijzen dat hij wel “iets waard” was.

Tijdens zijn humaniora nam Philip allerlei naschoolse jobs aan op zoek naar geld en een zinvol bestaan, maar zijn leven werd overhoop gegooid toen hij op een dag luchtvaartpionier Charles Lindbergh zag landen in Oklahoma City. Meteen werd hij aangetrokken door de vliegerij, al leken dure vlieglessen niet voor hem weggelegd. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog bracht daar verandering in, en hij slaagde erin om zich in te schrijven voor het Civilian Pilot Training Program. Met dit programma bood de Amerikaanse regering aan studenten de mogelijkheid om vlieglessen te nemen voor slechts 30 dollar. Aan het eind van juni 1941 en na 35 vlieguren op Piper Cub was hij de trotse bezitter van een voorlopige vlieglicentie. Hij had de smaak helemaal te pakken, en hij dacht zijn ware roeping te hebben gevonden – jachtpiloot worden. Maar, de Verenigde Staten waren nog niet in staat van oorlog, en dus besloot Philip om zijn geluk in Canada te gaan zoeken.

In juli 1941 trad hij in dienst bij de Royal Canadian Air Force en kreeg er een opleiding tot jachtpiloot op achtereenvolgens Fleet Finch en North American Harvard. Na zijn training werd hij, tot zijn groot ongenoegen, niet naar Engeland gestuurd, maar overgeplaatst naar 126 Squadron in Dartmouth, Nova Scotia. In plaats van deel te nemen aan de Slag om Engeland ging hij Hurricanes vliegen langs de Canadese oostkust. Dit zinde hem geenszins, en op zoek naar avontuur besloten hij en een vriend op een avond in oktober 1942 om te deserteren en naar Peru te vluchten. Daar hoopte het tweetal om sneller carrière te kunnen maken bij de Peruviaanse Luchtmacht, in plaats van tijd te verliezen op een Canadese vliegbasis ver van alle actie. Na enkele weken zag Philip het idiote in van zijn beslissing, en reisde hij terug naar zijn eenheid. Tot zijn grote verbazing werd hij niet uit de luchtmacht gegooid, maar “slechts” gestraft met een overplaatsing naar het ijskoude en desolate Gander, Newfoundland. Op 5 december 1942 vertrok hij daar met een Hurricane van 127 Squadron voor een oefensessie op een schietterrein. Hij geraakte echter de weg kwijt boven het besneeuwde landschap, en eens de benzine opgebruikt zag hij zich genoodzaakt een noodlanding te maken op een sneeuwvlakte. Hij verbleef daarop vijf volle dagen en nachten in en nabij zijn gecrashte vliegtuig, tot hij totaal uitgeput en gedesillusioneerd opgemerkt werd door een overvliegende AT-6.

Typische stijlfoto van Pilot Officer Philip Bockman, zoals die in de RAF werd genomen van elk officier.

Uiteindelijk diende Philip nog een jaar in 127 Squadron, vooraleer zijn droom eindelijk in vervulling kwam. Op 20 januari 1944 nam hij een troepenschip richting Engeland, waar hij werd aangehecht aan het 443 Squadron RCAF, één van de squadrons van 127 Wing, 2nd Tactical Air Force en gestationeerd op Digby. Met deze eenheid zou hij onmiddellijk actie zien, zoals op 25 april 1944, wanneer hij onder leiding van Wing Commander ‘Johnnie’ Johnson verzeild raakte in een ‘dogfight’ met Fw 190’s. Philips Spitfire IX werd zwaar geraakt, en hij kon nog net de Engelse kust bereiken voor een noodlanding. Hierbij geraakte hij ernstig gewond aan zijn rug en aangezicht, en het zou tot midden september duren vooraleer hij terug geschikt was voor de vliegdienst. Net op tijd om met 443 Squadron en de rest van de Wing mee te verhuizen naar A-89 Le Culot (Beauvechain) in België, de voormalige Duitse vliegbasis die nu in handen van de Geallieerden was gevallen en snel was opgekalefaterd.

Vanaf dan volgden de vluchten mekaar in snel tempo op, want de piloten van de 2TAF-squadrons moesten voortdurend luchtsteun geven aan de oprukkende bevrijdingslegers. Na enkele weken verplaatste 443 Squadron en 127 Wing zich naar B-58 Melsbroek, en later volgden nog B-56 Evere en B-90 Kleine-Brogel. Philip vloog Spitfires IX en XVI vanop al deze bases, en zou uiteindelijk de oorlog beëindigen met meer dan 100 gevechtsmissies op zijn palmares. Vele hiervan vloog hij aan de zijde van illustere ‘aces’ zoals Wing Commander ‘Johnnie’ Johnson DSO DFC, de bevelhebber van 127 Wing, of van Squadron Leader Wally McLeod DSO DFC, de Canadese top-aas. In 1995 was Philip samen met zijn echtgenote één van de eregasten op Kleine-Brogel, wanneer de vliegbasis haar vijftigste verjaardag vierde met een internationale vliegshow en grote tentoonstelling. Hij was één van de eersten geweest die op Kleine-Brogel geland waren in maart 1945.

Philip Bockman in de cockpit van een Spitfire IX, eind 1944 op Melsbroek of Evere.

Op het einde van de oorlog wist Philip niet goed wat aan te vangen met zijn leven, en hij doolde veeleer doelloos door Londen. Hij veranderde zijn Duits-klinkende familienaam Bockman in Vickers, en rekende op die manier finaal af met zijn verleden en zijn vader, terwijl hij tezelfdertijd een eerbetoon bracht aan de fabriek die zijn favoriete vliegtuig, de Spitfire had gebouwd. Door een samenloop van omstandigheden en dankzij zijn onmiskenbaar talent belandde hij kort daarop in de wereld van het theater, en als snel speelde hij in zalen in het Londense ‘West End’, met rollen in beroemde theaterstukken zoals “Damn Yankees” en “The Big Knife”. Ook opende hij ooit de shows van Bob Hope. Maar opnieuw bleek dit geen eindpunt, en een nieuwe toevallige ontmoeting leidde tot de ontdekking van zijn wellicht grootste roeping, deze van kunstenaar.
Hij ontdekte dat hij een natuurtalent had voor het beeldhouwen, en werd wereldberoemd met zijn bas-reliëfs, bustes en sculpturen in brons en andere metalen. Hij vond zijn weg terug naar de Verenigde Staten, waar hij ondermeer werkte in opdracht van het Smithsonian Institute. Hij ontdekte een uniek procedé om bronzen kunst te gieten, nam er een patent op, en verhuisde naar de kunstenaarstad Sedona in Arizona, waar zijn glorieperiode als kunstenaar aanbrak. Het is in deze prachtige stad dat Philip in juni 2003 stierf na een slepende ziekte.
Kort voordien had hij zijn laatste passie ontdekt, het schrijven. Opnieuw stortte hij zich met volle overgave op deze nieuwe uitdaging, en begon gegevens te verzamelen voor zijn autobiografie. Zijn verhaal was zo goed als klaar wanneer hij overleed, en het werd afgewerkt door zijn weduwe Barbara, zelf een gevestigde kunstenares. Het resultaat is een boeiend boek over het toch wel erg merkwaardige leven van een ‘buitenbeentje’, want dat was hij ongetwijfeld. Het boek leest als een roman, en het is moeilijk om het neer te leggen eenmaal je eraan begonnen bent.
ISBN 978-0-9825237-1-1, 240 pagina’s, tientallen foto’s, uitgegeven door Vibrant Books, 2009. Verkrijgbaar bij The Aviation Bookshop (www.aviation-bookshop.com), of bij www.amazon.com, aan $14.95, exclusief verzendingskosten.
Meer info op www.philipvickers.com

Gesigneerde foto van Philip met een Spitfire XVI op B-90 Petit Brogel in maart 1945.

Barbara besliste om naast de biografie ook Philip’s piloten-logboek integraal en in kleur uit te geven. Philip vulde al zijn vluchten netjes in zijn logboek in, en schreef vaak boeiende opmerkingen bij markante vluchten. Het resultaat is een prachtig document, dat een mooi overzicht geeft van de volledige loopbaan van een typische jachtpiloot van het Gemenebest. Achteraan bevindt zich ook een leuke getuigenis die indertijd speciaal voor Philip geschreven werd door ‘Johnnie’ Johnson.
ISBN 978-0-9825237-2-8, 120 pagina’s, foto’s en illustraties, uitgegeven door Vibrant Books, 2009. Verkrijgbaar bij The Aviation Bookshop (www.aviation-bookshop.com).

Peter Celis
Foto’s : archief Peter Celis.

Gastauteur

Gastauteur

Naast de vaste redactieleden bieden we op Hangar Flying ook plaats aan gastauteurs om te schrijven over Belgische luchtvaart. Zelf een artikel idee? Neem contact op met ons.

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer