Gedenkplaat voor Majoor-vlieger Edgard Potier

Dominique Edgard Antoine Potier, geboren te Seraing op 2 november 1903, overleden te Reims, Frankrijk, op 11 januari 1944.

Dominique Edgard Potier, die zich liet aanspreken met zijn tweede naam Edgard, leerde vliegen met de 64e Promotie officieren-leerling-piloten. Hij begon aan zijn opleiding in de burgervliegschool van Saint-Hubert en behaalde zijn militair brevet op 16 oktober 1931. Van zijn militaire loopbaan tot 1940 is weinig bekend. In mei 1940 was hij Kapitein en voerde het bevel over het 1e Smaldeel (Zilveren Draak) van de Ie Groep van het 3e Luchtvaartregiment met basis te Evere. Het 1/I/3 was uitgerust met Fairey Fox IIIc en had als taak nachtverkenning. Helaas werden op 10 mei 1940 een deel van de vliegtuigen van 1/I/3 en het zustersmaldeel 3/I/3 vernield door een bombardement tijdens de landing op Neerhespen. Er viel een dode, Kapitein Dethier, en enkele gewonden. In de vooravond werden ze nogmaals aangevallen door Bf 109 waarbij weer enkele Foxen vernield of beschadigd werden. Van de 18 vliegtuigen van de groep bleven er nog 5 of 6 over en ze hadden nog geen enkele opdracht uitgevoerd. ’s Avonds ontvingen ze een opdracht om een kruispunt bij Maastricht te bombarderen, opdracht die later gewijzigd werd naar een bombardement van de bruggen over het Albertkanaal. Het continu overvliegen van vijandelijke vliegtuigen belette het opstijgen. Kaptein Potier vroeg om de opdracht, die veel weg had van een zelfmoordmissie, te annuleren.

Op 11 mei ontvingen ze het bevel om naar Maldegem te verhuizen maar dit vliegveld was in gebruik door de Fransen en hun bestemming wijzigde in Zwevezele. Ook dan slaagden ze er niet in ongemerkt op te stijgen met de resterende Foxen door de vele overvliegende Luftwaffe-vliegtuigen. De laatste Foxen werden daarom op Neerhespen gesaboteerd en achtergelaten. De groep kwam ’s avonds zonder vliegtuigen aan te Zwevezele en vertrok ’s anderendaags naar Frankrijk. Op 25 mei 1940 voerde Kapt Potier een verbindingsopdracht uit met Fairey Fox O-171 vanuit Tours naar het onbezette deel van België. De Fox met Kapt Potier en Adj André Colpaert viel in zee voor De Panne door brandstofgebrek, een lekkende brandstoftank was de oorzaak. Ze werden gelukkig opgevist door een Brits schip dat hen aan land bracht in Dover. Vandaar ging Potier naar Duinkerken om te proberen zijn opdracht tot een goed einde te brengen. Op 13 juni 1940 was hij in Zuid Frankrijk vanwaar hij in augustus terug naar België keerde.

Hij sloot zich aan bij het Belgisch Legioen, later opgenomen in de Belgische verzetsbeweging Geheim Leger. Op 13 november 1941 verliet hij België om via Frankrijk, Spanje en Portugal naar Groot-Brittannië te reizen, waar hij op 25 maart 1942 aankomt. Als piloot was de Royal Air Force een logische keuze maar met zijn 39 jaren kwam hij niet meer in aanmerking voor een plaats in een actieve eenheid. Hij koos voor een opleiding als geheim agent. Op 15 juli 1943 werd hij geparachuteerd in het zuiden van België, samen met de Canadese radio-operator Conrad Lafleur, met als opdracht een ontsnappingslijn op te zetten voor Geallieerde bemanningen in de Belgische en Franse Ardennen. Zijn opdracht kreeg de codenaam Mission Martin in België en Possum line in Frankrijk. De streek van de Franse Ardennen leende zich tot clandestiene pick-ups met Lysander-vliegtuigen en op deze manier werden tot eind 1943 11 bemanningsleden en één SOE-agent (mogelijk Potier zelf) opgepikt. Edgard Potier keerde op 16 november 1943 per Lysander terug naar Groot-Brittannië maar werd op 20 december 1943 opnieuw gedropt, in Frankrijk ditmaal. Op 28 december 1943 werd radio-operator Lafleur verrast tijdens een radio-uitzending maar hij slaagde erin te ontsnappen en naar Groot-Brittannië terug te keren. Potier had minder geluk en werd korte tijd later gearresteerd in Hotel Jeanne d’Arc in Reims. Tijdens zijn ondervraging te Reims werd hij gefolterd, wat hem uiteindelijk omstreeks 4 januari 1944 tot een poging tot zelfmoord dreef: hij sprong van een van de loopbruggen in de Robespierre-gevangenis van Reims. Hij werd zwaargewond naar een ziekenhuis gebracht waar hij overleed op 11 januari 1944. Hij werd begraven te Reims maar op 24 augustus 1950 herbegraven te Arras. Op 18 september 1950 werd hij nogmaals herbegraven op het Ereperk van de Belgische Luchtmacht op de begraafplaats van Evere.

Edgard Potier huwde in 1928 of 1929 met Ida Martin uit Florenville. Op het huis waar zijn schoonfamilie woonde is een gedenkplaat aangebracht ter herinnering aan Majoor-vlieger Edgard Potier. Zijn naam staat ook op het gedenkteken voor de slachtoffers van de beide wereldoorlogen in Florenville. Op het gebouw waar in 1944 het Duitse ondervragingscentrum van Reims gevestigd was, in dezelfde straat van Hotel Rue Jeanne d’Arc, is op 30 augustus 2008 eveneens een gedenkplaat ingehuldigd voor Edgard Potier.

Bronnen

L’Aéronautique Militaire belge en mai-juin 1940 door Peter Taghon (Avions Hors-série 18)

https://fr.wikipedia.org/wiki/Edgard_Potier

http://www.possumline.net/AgentsAndHelpers/Agents/potier/history.htm

https://www.conscript-heroes.com/Art03-Ed-Potier-960.html

Beelden: © Luc Wittemans 17/05/2023
Datum gebeurtenis:
11/01/1944
Datum registratie:
05/07/2023
Locatie:
Gedenkplaat voor Majoor-vlieger Edgard Potier
Adres:
Esplanade du Panorama 6, Florenville. Dit straatje droeg vroeger de naam Rue des Mémorettes en is op google maps nog steeds onder deze benaming te vinden.
Lengtegraad:
5°18’41.3″E
Breedtegraad:
49°42’00.9″N

FEEDBACK

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer