Gedenkplaat voor de operaties van de Belgische SAS in de regio Gedinne

Op het grondgebied van Gedinne, aan de oorspronkelijke gemeente Gedinne werden niet minder dan 11 kleinere gemeenten toegevoegd, vinden we op vier verschillende plaatsen gedenktekens die herinneren aan de clandestiene parachutages, het verzet en de samenwerking met de Belgische eenheid van de Special Air Service – SAS in de aanloop naar de bevrijding van België.

De dicht beboste en dun bevolkte streek in het zuiden van de provincie Namen, tegen de Franse grens, bood een ideaal terrein voor het Geheim Leger. Er werden schuilplaatsen ingericht diep in de bossen en er was contact met het Franse verzet aan de andere kant van de grens. De rekrutering verliep vlot en midden 1944 telde men ongeveer 350 leden. Via droppings werden ze voorzien van wapens, munitie en materiaal voor sabotage en acties tegen de Duitse bezetter.

De eerste parachutage op dropzone “Buffle” (Bourseigne-Neuve) had plaats op 3 maart 1944, gevolgd door een parachutage op DZ “Grenadier” (Rienne) op 11 april 1944. Zo werden o.a. draagbare radio-zenders op batterijen en een S-phone maar ook wapens (de onvermijdelijke Sten-gun) en munitie, explosieven, zelfs een fiets, … aan het verzet bezorgd. De S-phone was specifiek ontwikkeld om te kunnen communiceren met de vliegtuigen die de containers moesten droppen.  Het toestel woog slechts 7 kg en had een beperkt bereik, ongeveer 3000 m hoog en 45 km ver, en moest gericht worden op de ontvanger. Het signaal was moeilijker te onderscheppen. Met een bekwame operator die de Engelse taal beheerste vergemakkelijkte het de communicatie van de grond naar het vliegtuig, communicatie die aanvankelijk via lichtsignalen verliep. Ook in de nacht van 6 juni 1944 (D-Day in Normandië) werd het verzet te Gedinne bevoorraad vanuit de lucht. De wapens werden niet alleen door het plaatselijke verzet gebruikt maar vanuit Gedinne werden ze zelfs naar het verzet in Antwerpen gesmokkeld.

Op 16 augustus 1944 begon Operatie Noah. Luitenant Paul Renkin ontving orders om in het grensgebied met België maar boven Frankrijk te springen om er een basis in te richten en op versterking te wachten zonder op Belgische grondgebied door te dringen. Pas als de versterkingen aangekomen waren, mocht men doorstoten naar België. De Belgisch autoriteiten in Londen wilden niet dat de Belgisch SAS’ers als eerste Belgisch grondgebied zouden ‘bevrijden’. Maar Majoor Blondeel zag het anders en gaf orders om onmiddellijk op Belgisch grondgebied te opereren. Het toeval wilde dat van de 9 manschappen gedropt boven Frans grondgebied er twee, Luitenant Renkin en Soldaat de Villermont, afdreven naar Belgisch grondgebied en zo de eerste Geallieerde militairen in uniform werden die voet op Belgisch grondgebied zetten. Toen Blondeel vernam dat zijn manschappen zich op Belgisch grondgebied geïnstalleerd hadden, vroeg hij zijn superieur, Brigadier MacLeod, of hij mocht volgen en wees daarbij nonchalant een dropzone in België aan. Deze reageerde met ‘Maar dat is in België!’. Waarop Blondeel ‘Dat was mij nog niet opgevallen’. Het antwoord van MacLeod ‘Dan is het mij ook niet opgevallen’.

En dus sprong Majoor Blondeel en 7 SAS-manschappen op 29 augustus boven België, gevolgd door Kapitein Debefve en 15 manschappen op 1 september. In de nacht van 5 op 6 september werden nogmaals 4 SAS-parachutisten gedropt waaronder Dokter Jean Limbosch (niet te verwarren met Luitenant Freddy Limbosch die zou sneuvelen op 8 september 1944 in Peer) en Padré Jourdain. Tegelijk werden nog twee jeeps gedropt zodat de SAS-troepen hun verkenningen nog over langere afstand konden uitvoeren. Van midden augustus tot begin september 1944 voerden een veertigtal SAS manschappen, samen met het verzet, een guerrilla-oorlog met het terugtrekkende Duitse leger tot de Amerikanen de streek op 6 september bevrijden.

Om deze SAS-acties in de streek te herdenken, is in Gedinne een gedenkplaat ingemetseld in de muur rond de kerk. De plaat vermeld specifiek de namen van ‘Capitaine Blondeel’ (bevorderd tot majoor op 28 augustus 1944) en ‘Lieutenant Renkin’. Renkin zou in december 1944 sneuvelen bij Bure tijdens de Slag om de Ardennen.

Beelden: © Luc Wittemans 15 juli 2020
Datum gebeurtenis:
16/08/1944
Datum registratie:
03/01/2021
Locatie:
Gedenkplaat voor de operaties van de Belgische SAS in de regio Gedinne
Adres:
In de kerkmuur van de Notre Dame de la Nativité-kerk, Rue de Charleville (N935), Gedinne (de parkeerplaats tegenover de kerk draagt de naam Place Colonel Blondeel)
Lengtegraad:
4°56’13.2″E
Breedtegraad:
49°58’51.6″N

FEEDBACK

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer