Leven en werken van Jan Olieslagers, de Antwerpse duivel

Montage van het vliegtuig van Jan Olieslagers voor de in 1909 georganiseerde Antwerpse vliegweek.

Grimbergen, 1 december 2019. Jan Olieslagers (°Antwerpen 14 mei 1883, †Berchem 23 maart 1942), ook gekend als ‘de Antwerpse duivel’, was zonder twijfel een van de belangrijkste figuren uit de beginjaren van de Belgische luchtvaart. Een van de bekendste boeken over onze luchtvaartpionier werd nu door Kamiel Mertens (°1943) bewerkt en aangevuld.

Cover

Jan zonder vrees
In 1936 schreef oud-oorlogspiloot en Belgische aas Willy Coppens de Houthulst (°Watermaal-Bosvoorde  6 juli 1892, †Berchem 21 december 1986) over zijn oorlogsmaat Jan Olieslagers het boek ‘Un homme volant, Jan Olieslagers.’ Dat geschrift werd nog hetzelfde jaar door Constant De Kinder (°Antwerpen 13 april 1863, †Antwerpen 27 december 1943) vertaald als ‘Jan Olieslagers, de Antwerpsche duivel’. Constant De Kinder was een sportieveling, actief in het verenigingsleven en auteur van onder meer toneelstukken en romans. De man zal vooral bekend blijven als schrijver van het jeugdboek ‘Jan zonder vrees’, de lotgevallen van een Antwerpse volksjongen in de 15de eeuw. Heel wat van onze oudere lezers zullen zich herinneren dat dit verplichte lectuur was in de lagere school.

In november van dit jaar verscheen een uitgebreide herdruk van het boek van Constant De Kinder. Dankzij heel wat extra onderzoek, foto’s en persartikels heeft redacteur Kamiel Mertens de nieuwe uitgave haast verdubbeld in omvang. Met dit nieuwe boek wou Kamiel vooral het belang van Jan Olieslagers voor de ontwikkeling van de luchtvaart in ons land beklemtonen en tevens het uitzonderlijke leven van de vliegenier opnieuw in de belangstelling brengen. De tekst van Constant De Kinder werd door Kamiel Mertens aangepast aan de hedendaagse spelling, met respect voor de eigen stijl van De Kinder. Aan die schrijfstijl moet de lezer wel wat wennen, soms is die nogal bombastisch. Het lijkt of De Kinder in Jan Olieslagers een nieuwgeboren versie van zijn ‘Jan zonder vrees’ zag, en misschien was hij dat wel.

Olieslagers
Jan Olieslagers was een volksjongen uit een armoegezin in het Antwerpse schipperskwartier. Hij was de vierde van zes kinderen, de tweede van de vier jongens. Zijn vader werkte bij een onderneming die de kades van de Schelde in Antwerpen moest vernieuwen. Het hard werkend gezinshoofd overleed in 1894, Jan was toen amper elf jaar. Hij verliet de school en ging aan de slag in een werkplaats voor scheepsherstelling, hij moest centen verdienen voor zijn moeder. In zijn vrije uren werkte de jongen als fietsenmaker. Jan verliet in 1895 de scheepsherstelling en hij kreeg een vaste job bij de fietsenmaker. Daar leerde hij fietsen en nam deel aan wedstrijden.

De Antwerpse fabriek Minerva begon vanaf 1901 motorfietsen te bouwen, eigenlijk werden motoren gemonteerd op een fietskader. Net zoals met het wielrennen het geval was geweest, won Jan zowel nationaal als internationaal verschillende motorraces. Financieel deed hij goede zaken. In 1907 werd Olieslagers in zijn hoofd geraakt door een verdwaalde kogel. Chirurgen uit die tijd konden hem niet verwijderen, hun beroemde patiënt moest er zijn hele leven mee blijven lopen. Toen Louis Blériot op 25 juli 1909 als eerste met een vliegtuig over het Kanaal vloog, was Jans aandacht gewekt voor de vliegerij. Hij verkocht zijn motoren en kocht zijn eerste Blériot XI. Zijn doopvlucht maakte hij in de vliegschool van Blériot in Issy-les-Moulineaux (Hauts-de-Seine, Île-de-France). Hij keerde terug naar België en nam succesvol deel aan de Antwerpse Vliegweek (23 oktober tot 2 november 1909). Op 31 maart 1910 ontving hij vliegbrevet (nummer vijf) van de Koninklijke Belgische Aeroclub. Hij werd de volgende jaren met lof overladen na deelname aan vliegshows in Algerije, Spanje, Italië, Frankrijk, België en Nederland. Ook tijdens zijn luchtvaartcarrière moet hij aardig wat centen hebben verdiend, eerlijkheidshalve moeten we er aan toevoegen dat hij ook zeer veel investeerde in nieuwe toestellen, veel geld uitgaf aan reparaties en onderdelen, enz. Onze sinjoor leerde zowat alle pioniers van de luchtvaart persoonlijk kennen (Alfred Lanser, Louis Blériot, Jules Tyck, Roland Garos, Charles Nungesser, …) maar zag er ook verschillende verongelukken (Charles Wachter, Nicolas Kinet,…) Jan overleefde zelf ook verschillende vliegtuigongevallen.

Montage van het vliegtuig van Jan Olieslagers voor de in 1909 georganiseerde Antwerpse vliegweek.

Op 1 augustus 1914, enkele dagen voor de inval van de Duitsers, boden Jan en zijn broers Albert, Jules en Max zich aan als oorlogsvrijwilligers, samen met “Jan zijn vliegtuig, zijn auto’s, zijn personeel en alle materieel, om zijn vorst en zijn vaderland te dienen”. Tijdens de hele oorlog bleef Jan piloot. Eerst moesten de Belgische piloten zich beperken tot observatievluchten, al snel volgden de luchtgevechten.  Op 22 september 1915 schoot hij zijn eerste Duitse vliegtuig neer, officieel zou hij zes overwinningen op zijn naam mogen schrijven. Op 3 augustus 1919 verliet hij het leger en begon in de Antwerpse Lamorinièrestraat een garage, eerst voor Alfa Romeo, later voor Minerva. Hij was van oordeel dat een stad met een wereldhaven ook een vliegplein verdiende, en hij wendde al zijn invloed aan zodat in 1923 de luchthaven van Deurne ingehuldigd kon worden.

Bij zijn overlijden was hij amper 58 jaar, maar hij werd zeker niet vergeten. In België en Nederland werden straten naar hem genoemd. Aan de Luchthavenlaan in Deurne, bij de toegang tot de luchthaven, werd op 14 mei 1953 een standbeeld voor hem opgericht. Heel wat persoonlijke documenten en memorabilia van onze Antwerpse duivel staan nu op de Topstukkenlijst van de Vlaamse Gemeenschap. Jan Olieslagers rust op het militair perk van de begraafplaats Schoonselhof.

Heruitgave en bewerking
Kamiel Mertens heeft het boek van Constant De Kinder dus aangevuld met heel wat extra informatie. Vooral de uittreksels uit het persoonlijke militair dossier van Jan Olieslagers zijn interessant, een verzameling documenten die de onderzoeker heeft opgevraagd in het documentatiecentrum van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis in Brussel. Daarin zitten veel stukken die door Olieslagers (of zijn oversten) geschreven werden met het oog op het verkrijgen van vele (terecht) verdiende eervolle vermeldingen of onderscheidingen. Maar een bevordering tot kapitein zou onze luchtvaartpionier nooit krijgen en dat bleef voor hem een hele teleurstelling.

Volgens Kamiel Mertens was Jan duidelijk iemand die erkenning nodig had, dat is menselijk. Hij was een volksjongen en een selfmade man, een ondernemer en doorzetter. Van eenvoudig soldaat is hij opgeklommen tot luitenant. In het leger was er de voortdurende spanning tussen burgerpiloten-vrijwilligers en de beroepsofficieren. Jan was geliefd door zijn manschappen maar vele officieren lieten hem dikwijls links liggen. Een mens zou voor minder erkenning zoeken. Het moet hem toch enorm deugd gedaan hebben dat hij vriendschappelijk kon omgaan met de grootste vliegeniers van zijn tijd, in die kringen was hij duidelijk geliefd. Zijn privéleven heeft de Antwerpse duivel altijd afgeschermd en dat was zijn goed recht, ook in dit boek komen we weinig te weten over zijn gezin.

Kamiel vermeldt Jan als auteur van het boekje ‘De Vliegkunst’, er is zelfs een script voor een sketch geschreven genaamd ‘Olieslagers vliegt.’ Heel wat boeken waarin Jan Olieslagers ter sprake komt, zijn vermeld, tijdschriften en kranten, strips, enz. Informatie werd dikwijls beknopt samengevat in overzichtelijke tabellen. De lay-out van dit nieuwe ‘Leven en werken van Jan Olielagers’ is minder professioneel aangepakt. Er komen nogal wat herhalingen voor in het boek, zowel wat tekst als foto’s betreft. Datums zijn niet altijd duidelijk aangegeven. Kamiel Mertens kon onder meer beroep doen op het archief en de kennis van Frans Mielants, een autoriteit als het gaat over het leven van Jan Olieslagers. Frans heeft een zeer uitgebreide collectie documenten, illustraties en memorabilia over het leven van de luchtvaartpionier. Het is duidelijk dat Kamiel al de beschikbare informatie in zijn boek heeft gebundeld met heel veel respect en bewondering voor de veelvuldig gelauwerde Olieslagers.

Digitale print, uitgegeven door Studium Generale vzw, 420 blz A4, zwart-wit met een twintigtal afbeeldingen in kleur, ongeveer 250 foto’s, zachte kaft, ISBN 978 90 769 6758 5. Prijs 35 euro plus 8 euro verzendingskosten in België. Meer info op www.studiumgeneralevzw.be

Frans Van Humbeek

 
Frans Van Humbeek

Frans Van Humbeek

is hoofdredacteur van Hangar Flying. Hij is freelance luchtvaartjournalist en auteur van verschillende luchtvaartboeken. Frans probeert zowat alle facetten van de Belgische luchtvaart op te volgen, maar zijn passie gaat vooral uit naar het luchtvaarterfgoed en de geschiedenis van de Belgische vliegvelden. Binnen het redactieteam van Hangar Flying zorgt hij ook voor de updates van www.aviationheritage.eu.

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer