Lucas Van den Eynde: acteur, zanger, piloot

_D3D9423.jpg

Antwerpen, 8 maart 2011. Een Boeing zoals collega John Travolta of een Mustang zoals Tom Cruise heeft Lucas Van den Eynde nog niet, maar dat heeft hij ook niet nodig om zich in de lucht te amuseren! Hangar Flying sprak met deze acteur, zanger, piloot…

Het zal ondertussen al zo’n 24 jaar geleden zijn dat ik Lucas voor het eerst ben tegengekomen. Toen waren we beiden beginnende piloten bij de ‘Vlaamse Zweefvlieg Academie’ oftewel VZA. Deze club vloog toen nog op de luchthaven van Antwerpen, enkele straten van de toenmalige woonst van Lucas. Dat er regelmatig zo’n ranke zwevers boven z’n woning hingen was ook Lucas niet ontgaan.
« Ik keek altijd vol ‘goesting’ naar boven als ze aan het zweven waren, maar dacht dat dit zowel té duur als té moeilijk zou zijn voor mij. Bij een opendeurdag bleek dat dit toch heel toegankelijk was, en na een doopvlucht was ik helemaal gebeten. Op die eerste vlucht bleven we al ineens een uur boven, en de indrukken waren onbeschrijflijk. Ook de theorie viel uiteindelijk nog goed mee.
Het volgende seizoen was ik dan klaar voor m’n eerste solo… en ook dat is – zoals iedere piloot weet – een absoluut onvergetelijk moment. »

Een Boeing zoals collega John Travolta of een Mustang zoals Tom Cruise heeft Lucas Van den Eynde nog niet, maar dat heeft hij ook niet nodig om zich in de lucht te amuseren!

HF: Viel het zweven goed te combineren met je acteerwerk? Zweefvliegen is immers een echte teamsport waar iedereen de handen uit de mouwen moet steken om de toestellen uit de hangar te halen, op de plein te werken, en ‘s avonds te kuisen en terug te stallen.
Lucas: Ik speelde toen voor de Blauwe Maandag Compagnie. We speelden ook op zaterdagen, en onder de acteurs is het niet ongebruikelijk om na de voorstelling even samen stoom af te blazen. Toch heb ik nooit probleem gehad om zondagmorgen op tijd m’n bed uit te raken als er gevlogen werd! Als ik tijdig in het theater moest zijn kon ik met de collega-piloten wel afspraken maken om op een ander moment wat extra te werken.

HF: Je bent dan uiteindelijk toch gaan motorvliegen?
Lucas: Ja. Zweefvliegen kan je enkel tijdens het weekend en in de vakanties beoefenen omdat je met een aantal mensen moet zijn – een sleeppiloot, iemand op de grond, … Het stak me dat het soms tijdens de week perfect vliegweer was, maar dan tijdens het weekend nét iets te slecht zicht om te starten. Bovendien mis je als zweefvliegpiloot in België bijna zes maanden tijdens de herfst en winter. Een motorpiloot kan dan nog mooie trips maken. Het is uiteindelijk door een oude vriend en beroepspiloot dat ik uiteindelijk ben beginnen motorvliegen. Dat was indertijd op een Tampico.
Het motorvliegen is weliswaar iets duurder, maar de bijkomende flexibiliteit is het waard. Na m’n ervaringen in de Tampico heb ik met de Robin zwevers getrokken – een zeer fijn toestel om te vliegen – en nu vlieg ik op een Diamond.

HF: Hoeveel uur heb je ondertussen? … en op welke types?
Lucas: Ik heb ondertussen 600 uur motorvliegen verzameld op 15 jaar, een 40 uur per jaar dus ongeveer. Tegenwoordig probeer ik terug wat meer te gaan zweven, en vlieg ik 30 uur per jaar op de Diamond DA40 in Antwerpen. M’n ambitie is om vroeg of laat op een Cirrus te vliegen. Dat toestel intrigeert me: prachtig design, goede prestaties, en het is waarschijnlijk ook een andere stijl van vliegen. Uiteindelijk zou ik eens graag een ‘vliegvakantie’ maken naar Zuid-Frankrijk of zelfs Italië, en dan heb je wel een iets sneller toestel nodig. Die streken trekken me aan omdat je daar tussen de bergen zit, wat een bijkomende dimensie geeft.
Ik vlieg nu meestal redelijk kleine vluchten ‘rond de kerktoren’, puur om me te ontspannen. Anderzijds probeer ik wel de vlucht op de ‘oude manier’, met rekenschijf en kaart, voor te bereiden en te vliegen. Het geeft immers een kick om uit te komen op de plaats, en op het moment, dat men uitgerekend heeft. Zo vertrek ik straks vanuit Antwerpen naar Kiewit bij Hasselt – een klein vluchtje, maar ik probeer er wel de nodige uitdaging in te leggen. Ook een goede of slechte landing kan de rest van de dag goed of slecht maken.

Lucas Van den Eynde vliegt momenteel op deze Diamond DA40.

HF: Je vermeldt de Cirrus, maar zijn er misschien nog andere toestellen die je zou willen vliegen?
Lucas: Niet echt. Ik besef dat we eigenlijk zeer bevoorrecht zijn dat we überhaupt kunnen vliegen. Een mooie turboprop zoals de Piper Meridian is natuurlijk een ultieme droom… alleen al de luxe om te vertrekken wanneer en naar waar je wil moet toch heerlijk zijn. Wat ik nog wel zou willen bereiken is het behalen van een IFR-licentie (vergunning om op instrumenten te vliegen – nvdr), maar ook dat is zeer duur in Europa.
Iets anders wat ik graag zou willen doen, is het vliegen met een helicopter. Een kennis van me heeft me enkele keren uitgenodigd in een JetRanger en dat is toch een andere beleving, maar helaas ook te duur voor mij.

HF: Heb je nooit de ambitie gehad om professioneel verder te gaan in de luchtvaart?
Lucas: Toen ik m’n internationaal brevet heb afgelegd vroeg m’n examinator me of ik eventueel geïnteresseerd was om verder te gaan voor beroepspiloot. Ik was toen al 38 en ik heb nog getwijfeld, maar je moet je de vraag stellen of je die toch wel zware opleiding aankunt. Ik begon ook net wat naamsbekendheid te krijgen als acteur, en een licentie beroepspiloot is bovendien een hele investering. Achteraf gezien heb ik geen spijt van m’n beslissing om te blijven acteren.

HF: Op het scherm was je ook al te zien achter de stuurknuppel zoals op Windkracht 10.
Lucas: Ik moest een arts spelen die een eigen toestel had. Je zal zien dat dit langs buiten een Marchetti was, maar de cockpit was van de Tampico waar ik toen mee vloog.
Windkracht 10 heeft trouwens een aantal unieke opportuniteiten met zich gebracht omdat we in het leger geïntegreerd waren. Zo heb ik de kans gekregen om een vlucht te maken met een Fuga Magister en een tandemsprong vanuit een C-130… naast natuurlijk een aantal vluchten in de Seaking.
Ook de aanwezigheid op een basis als Kleine Brogel is zeer interessant als piloot. Je ziet de debriefing van de F-16 piloten na een trainingsmissie of ook nog het eerbetoon aan een piloot die zijn laatste vlucht heeft gemaakt. Dat waren zeer mooie momenten.

HF: Als ik me niet vergis heb je op die set ook een hachelijke situatie meegemaakt?
Lucas: Het was wel Andrea Croonenberghs die in het toestel zat, maar als piloot was er een stand-in met een pak meer ervaring als mezelf. Ik heb gepast om zelf de stunt te vliegen. Het verhaal was dat het toestel een noodlanding moest maken op een rallycircuit tijdens een wedstrijd. De piloot moest laag over een wagen vliegen, en dan landen… het liep echter mis, en vliegtuig en wagen hebben elkaar geraakt. Gelukkig is iedereen hier zonder kleerscheuren uitgekomen.

HF: Heb je zelf al eens een hachelijke situatie meegemaakt?
Lucas: Eén keer in een ASW20. Dit is een toch al wat complexer zweefvliegtuig. Ik was nog maar pas gelost hierop, en bij een felle crosswind wou ik de zaken té goed doen volgens het boekje, in plaats van gewoon te improviseren en het toestel direct op de grond te « plakken ».
Aan de kant van de piste stonden andere zwevers met hun vleugel omhoog (normaal gezien ligt de lage tip aan de kant van de pisten, tenzij bij een « crosswind » haaks op de piste. Dan ligt de lage tip in de richting van de wind – nvdr) en daar ben ik tegen gevlogen. Uiteindelijk ben ik 180° gedraaid en naast de piste terecht gekomen. Zelf ben ik er met de schrik vanaf gekomen, maar het toestel was ‘total loss’. Typisch is dan ook dat achteraf ook de andere piloten hun straffe verhalen bovenhalen, maar dat zal wel eigen zijn aan het wereldje zeker?

Klaar om in de rol van ‘piloot’ te kruipen.

HF: Maken producers en regisseurs er geen probleem van dat je vliegt? Ik kan me voorstellen dat het bij een productie als ‘Daens’ niet wenselijk is dat de hoofdrolspeler een tijd buiten strijd is wegens een ongeluk.
Lucas: Dat valt nogal mee. In sommige contracten staat inderdaad dat men risico’s moet vermijden, en dat gaat dan niet enkel over vliegen, maar ook skiën is dan uitgesloten. Toen we aan de opnames van ‘Kongo’ bezig waren in Zimbabwe hadden we een dergelijke clausule. Er kwam ook een DC-3 in het script voor. Dit was een Zuid-Afrikaans toestel dat speciaal voor de reeks herschilderd was in de kleuren van Sabena. Een prachtig toestel, en als piloot kriebelde het enorm om daar eens mee te vliegen. Dat mocht dus niet van de producenten. Pas de allerlaatste dag heb ik een keer mogen meevliegen. Ongelooflijk welke geluiden daar allemaal in klinken…

HF: Wat kunnen we binnenkort professioneel nog van je verwachten?
Lucas: Ik ben momenteel bezig met de opnames van twee nieuwe fictiereeksen. Een eerste op scenario van Tom Van Dijck en Tom Lenaerts, ‘Met man en macht’. De tweede reeks, ‘Salamander’, is een politieserie. Beiden zullen in 2012 op televisie komen.
Tegen het einde van dit jaar waag ik me weer aan een musical met ‘Fiddler on the Roof’, en dan is er begin volgend jaar nog een allerlaatste uitgave van Jukebox 2000 met Tinne Embrechts en Nele Bauwens.

Ondertussen is Lucas nog te zien in ‘De Ronde’ op één, en in ‘Frits en Freddy’ op het grote scherm.

Peter Snoeckx
Foto’s: Paul Van Caesbroeck

Peter Snoeckx

Peter Snoeckx

is al meer dan dertig jaar actief in de lichte luchtvaart. Hij ging solo op z’n vijftiende in een Nederlands zweefvliegtuig. Ondertussen staan er meer dan 600 uur in z’n logboek, op zwevers, motorvliegtuigen (SE, ME, IFR), ULM’s en zelfs met parapente en paramotor. Peter was de initiatiefnemer van flyforfun.be, de site die sinds begin 2010 samenging met Hangar Flying.

Ce site utilise des cookies pour optimiser votre expérience utilisateur. En continuant à surfer sur Internet, vous acceptez notre politique de confidentialité et d’utilisation de cookies. Accepter Lire Plus

'Ce Accepter Lire Plus