Sabenavlucht SN503: tranen van droefheid en geluk

_D3D4850.jpg

Cantalice, 6 juni 2010. Op 13 februari 1955 kwamen alle 21 passagiers en 8 bemanningsleden om het leven toen de Douglas DC-6 OO-SDB van Sabena neerstortte nabij het Italiaanse Rieti. Antonio Cipolloni volgde toen als journalist de zoekacties en de berging van de slachtoffers. Zijn wens om op de plaats van het ongeval een monument op te richten voor de slachtoffers is nu in vervulling gegaan. Heel wat familieleden van de slachtoffers verzamelden zich rond het monument en beleefden tegelijk momenten van droefheid en intens geluk.

Vermist
Het ongeval met de OO-SDB was zeker niet het vliegtuigongeval met het grootste aantal slachtoffers maar het beroerde de publieke opinie wel heel erg. De DC-6 met in de cockpit de ervaren commandant Stephan Stolz, leek tussen zondagavond 13 februari 1955 en maandagmorgen 21 februari 1955 van de aardbodem verdwenen. Heel België volgde de zoekacties op landkaarten van Italië. De kranten en de openbare zenders brachten paginagrote artikels en fotoreportages over de extreem moeilijke zoektocht waaraan zoveel Italiaanse hulpverleners deelnamen. In deze periode van de Koude Oorlog werd zelfs rekening gehouden met een kaping van het vliegtuig, heel wat voer dus voor de sensatiepers. Zowel de Belgische als Italiaanse lezers snakten naar nieuws.

Zolang de precieze locatie van het vliegtuig niet was gevonden, bleven de familieleden hopen. Op maandag 21 februari 1955 werd het wrak van de Douglas door een Italiaans verkenningsvliegtuig gelokaliseerd. De Belgische Sabena-helikopterpiloot Gérard Trémérie vloog diezelfde dag over de besneeuwde Monte Terminillo en kon bevestigen dat het lijnvliegtuig inderdaad was teruggevonden. Het was duidelijk dat niemand de klap had overleefd. De 29 bevroren lichamen van de inzittenden werden in de bittere koude geborgen en overgebracht naar de stad Rieti. Op 1 maart werden 28 lijkkisten naar Melsbroek overgevlogen. Een Italiaanse passagier -Miss Italië 1953- kreeg een laatste rustplaats in Rome.

Start van het project
Reeds in 2004 bezocht onze collega Christian Deglas de regio waar het ongeval was gebeurd. Samen met Hangar Flying werd anno 2009 een zeer uitgebreid onderzoek gestart naar de omstandigheden van het ongeval. Frans en Paul gingen de crashplaats bezoeken en spraken met oud-journalist Antonio Cipolloni (inmiddels 82 jaar). In België werden heel wat nabestaanden van de slachtoffers gecontacteerd en al vrij vlug werd besloten om tussen donderdag  3 juni en maandag 7 juni 2010 een uitgebreide reis naar de plaats van het ongeval te organiseren. Redactieleden van Hangar Flying waren samen met Christian Deglas al enkele dagen eerder aanwezig om de laatste voorbereidingen in goede banen te leiden.

In Italië werd contact gelegd met getuigen die de reddingsoperaties van nabij hadden gevolgd. Van in het begin waren we onder de indruk van het gastvrij onthaal dat ons in Cantalice en Rieti te beurt viel. In 1955 hadden Belgische politici en vertegenwoordigers van Sabena al meermaals hun dank uitgesproken voor de verbeten manier waarop de Italiaanse hulpverleners, in zeer slechte weersomstandigheden, de zoekacties hadden georganiseerd. Ook toen was de lokale bevolking ontzettend vriendelijk en behulpzaam.

Familie
Alhoewel Sabena alles in het werk had gesteld voor de goede opvang van de nabestaanden, was slachtofferhulp anno 1955 eerder beperkt. Slechts een paar familieleden hadden de plaats van de ramp ooit bezocht. Heel wat pijnlijke geruchten over de oorzaak van de crash hadden de ronde gedaan, totaal ongefundeerde verhalen waren een eigen leven gaan leiden. In 2010 kregen de nabestaanden voor het eerst een duidelijke uitleg over de oorzaak van het ongeval, los van alle sensatiezucht. We ondervonden dat het werk van een officiële Air Accident Investigation Unit niet alleen belangrijk is voor het vinden van de technische oorzaak van een ongeval maar ook voor het bezorgen van correcte informatie aan de nabestaanden. Natuurlijk wordt nu aan het menselijke aspect van een vliegtuigongeval veel meer aandacht besteed dan 55 jaar geleden.

Voor sommige familieleden was de trip die we naar Italië hadden georganiseerd de eerste buitenlandse reis in bijna twintig jaar, wat duidelijk aangaf hoe belangrijk dit voor hen wel was. In onze delegatie van dertig personen zaten zowel familieleden van de bemanning als van de passagiers. Onze delegatieleden kwamen toe uit verschillende landen: België, Congo, Egypte, Frankrijk, Italië en zelfs Korea. Terwijl in België de taalperikelen de economische problemen op de achtergrond verdrongen, verliep de communicatie binnen de groep perfect. De nabestaanden werden vergezeld door een team van Hangar Flying en ondermeer vertegenwoordigers van de Vieilles Tiges, het Directoraat-generaal Luchtvaart en de Sabena Aeroclub. Onze vertaalster Christiane Van Der Haegen en haar partner en Italiëkenner Jacques Boterman waren gelukkig altijd in de buurt. Bij de onthulling van het monument was ook een vertegenwoordigster aanwezig van de Belgische ambassade, iets wat alle aanwezigen erg konden waarderen.

Naast de directe familieleden was ook een vertegenwoordiging present van de Féminines Internationales Catholiques (AFI). Yvonne Poncelet, de toenmalige voorzitster van deze lekenorganisatie , was een van de slachtoffers aan boord van SN503. Na het ongeval had de familie Poncelet al een kleine gedenksteen op de plaats van het ongeval gezet. Op het moment van ons eerste bezoek was die al sterk beschadigd. Een van de Belgische delegatieleden van AFI had Poncelet achttien dagen voor haar overlijden nog gesproken. Yvonne Poncelet was naar de paus gereisd om verslag uit te brengen over de activiteiten van AFI. Deze lekenorganisatie bestaat nog altijd en heeft een hoofdkantoor in Brussel. De leden zijn actief in 28 landen.

Vertegenwoordigers van AFI, samen met Anne Verstraeten (links) en Patricia Stolz (rechts). De man in hun midden is Luigi Rossi, hij kwam als een van de eerste aan op de plaats van het ongeval en is dus een bevoorrechte getuige.

Voorbereiding in Italië
Tijdens ons onderzoek had Antonio Cipolloni in Italië al een uitgebreid team gemobiliseerd. Een monument plaatsen op een bergflank van 1.650 meter is geen sinecure. Zowel het provinciebestuur van Rieti als de burgemeesters van Rieti en Cantalice gaven hun steun aan dit project. Op de bergflank moest een betonnen fundering gegoten worden. Pakken stenen, cement en ijzer moesten dus naar boven gedragen worden. Hoe de zwaarste stukken precies naar boven gebracht werden, blijft een goed bewaard geheim. Het kleinere bouwmateriaal werd in loodzware rugzakken vervoerd door motorrijders. De hoekstenen komen uit vier Franciskanenkloosters in de regio rond Cantalice. De koperen plaat met de namen van passagiers en bemanningsleden werd in Cantalice vervaardigd, een waar kunstwerk.

Het monument zit vol symboliek. Bergbeklimmers en wandelaars volgen dikwijls paden die gemarkeerd worden door hoopjes opgestapelde stenen. Ook dit stenen monument wil een baken zijn voor de wandelaars. Het toont de weg om veilig uit de bergen te geraken, een vluchtweg die de OO-SDB niet heeft gevonden. Onder de bovenkant van het monument zit een metalen plaat. Het is ijzersterk gemaakt zodat het de druk van de sneeuw die van de flank komt, kan weerstaan en zo ook het kleine herstelde monument van Poncelet kan beschermen.

In de week voor de inhuldiging werden herstellingswerken uitgevoerd in een berghut op weg naar het monument. Een bulldozer effende een deel van het ruwe bergpad. Arbeiders van de stad Rieti, gemeentearbeiders van Cantalice, medewerkers van de provincie en heel wat vrijwilligers wilden hun steentje bijdragen voor de inhuldiging van het monument.

Vlucht
Stephan Stolz was in 1955 de commandant van de dramatische Sabenavlucht SN503. Twee zonen (Marc en Philip) en een dochter (Patricia) zijn anno 2010 meegereisd naar de plaats waar hun vader het leven verloor.

Links Marc Stolz (een zoon van de omgekomen piloot), rechts Peter Kirschen van de Sabena Aeroclub. De foto werd genomen net na hun aankomst op het vliegveld van Rieti. De antenne van de Piper Archer wijst precies naar de plaats waar het monument werd opgericht.

Piloot Peter Kirschen van de Sabena Aeroclub was met de Piper PA-28 Archer OO-SAG naar Rieti gevlogen. Aan boord had ook Marc Stolz plaatsgenomen. Op vrijdag 4 juni waren ze om 09.15 uur op het Grimbergse vliegveld vertrokken. Na een tussenlanding van twee uur in Lausanne landde het vliegtuig vrijdagavond om 18.34 uur op het vliegveld van Rieti. De Piper vloog onder hetzelfde vluchtnummer als de DC-6 van 1955. Het spreekt vanzelf dat piloot Kirschen meermaals toffe reacties kreeg van verkeersleiders toen hij hen opriep met de call sign Sabena 503.

Na aankomst van de OO-SAG hebben de Belgische delegatieleden elkaar voor het eerst ontmoet in het sfeervolle restaurant van het vliegveld van Rieti. Sommigen waren met de wagen gekomen, anderen werden door vrijwilligers opgepikt op de luchthavens van Rome (Ciampiono en Fiumicino).

Tentoonstelling
Al op donderdag 3 juni werd in het provinciehuis (Palazzo Dosi) van Rieti een tentoonstelling geopend met foto’s, documenten en voorwerpen van de crash. Een inwoner van Rieti had heel kleine stukjes uitgeleend die hij had gevonden op de plaats van het drama. Op enkele onderdelen –vooral op het porselein dat overvloedig aanwezig was- stond nog het embleem van Sabena. Voor de tentoonstelling was ondermeer het officieel Italiaans ongevallenverslag uitgeleend. De families van de slachtoffers hadden speciaal voor deze tentoonstelling voorwerpen uitgeleend die op de plaats van de crash waren teruggevonden, zoals een Sabenakepie, beschadigde identiteitskaarten, het logbook van de DC-6, familiefoto’s die de reizigers met zich meenamen, een aktetas, enz. Er werd ook een boek in het Italiaans voorgesteld over de crash. In “Terminillo 1955, Il ricordo delle vittime del disastro aereo” vertellen Antonio Cipolloni, Francesco Fiordeponti en Antonio Tavani over de crash en over de constructie van het monument ter ere van de slachtoffers.

Antonio Cipolloni (links vooraan) geeft Miss Italy met veel genoegen een rondleiding doorheen de tentoonstelling over de crash.

Rondleiding
Op vrijdag 4 juni 2010 hadden we al een rondleiding gekregen in de bibliotheek, het archeologisch museum en het theater van Rieti. We waren onder de indruk van de culturele rijkdom van deze kleine, weinig toeristische Italiaanse stad. Een aperitief kregen we aangeboden in de kelders van de woning van een van de gasten, in eeuwenoude gewelfde ruimtes waar grote kruiken met olijfolie werden opgeslagen. Na de middag volgden ontmoetingen met officiële instanties, zoals met Fabio Melilli (provinciegouverneur van Rieti) en met Paolo Patacchiola (burgemeester van Cantalice, het dorp dat het kortst bij de crashplaats is gelegen). De huidige Miss Italië was ook van de partij. Zij kwam hulde brengen aan Marcella Mariani, de miss filmdiva en actrice die in de crash van 1955 het leven liet. Maar voor ons was ook de aanwezigheid van Luigi Rossi zeer belangrijk. In 1955 was hij skimonitor en hij was bij de eersten die op 21 februari het wrak hadden kunnen bereiken. Het was ook de eerste keer dat hij in het openbaar een verklaring aflegde en hij liet natuurlijk een diepe indruk na op de families.

Hartelijke ontvangst in de bibliotheek van Rieti. Trots toont de verantwoordelijke ons de verzameling oude manuscripten.

Eurcharistie
Zaterdagavond 5 juni 2010 was er een misviering ter ere van de slachtoffers in de kathedraal Santa Maria Assunta in Rieti. In de kathedraal was ook een afvaardiging van AFI aanwezig. De Congolese vertegenwoordigster las een pakkende getuigenis voor. Hier op deze plaats was op maandag 28 februari 1955 een uitvaartplechtigheid opgedragen aan de slachtoffers, voor ze naar België of (in het geval van Mariani) naar Rome werden overgebracht. Vlucht SN503 had als eindbestemming Leopoldstad, die Congolese stad zou de Douglas nooit bereiken.

Eucharistieviering in de kathedraal van Rieti. Drie kinderen van commandant Stephan Stolz waren aanwezig : Marc, Philip en Patricia. Van de omgekomen Sabenamedewerker Joseph Van Cutsem waren familieleden aanwezig, alsook van passagier Charles Verstraeten (een bekend notaris en advocaat). Marie-Thérèse Sempels Lanoy was omgekomen met haar twee kinderen, ook van hen was familie aanwezig. Verschillende familieleden konden omwille van ouderdom of ziekte niet naar Italië reizen.

Straatnaam
De mooiste dag was natuurlijk zondag 6 juni 2010. Zowel voor Hangar Flying als voor de families en vrienden een dag om nooit te vergeten. Het was stralend weer toen de delegatie aankwam in Cantalice. Vanaf hier zouden we de weg volgen naar het monument, naar de plaats in de bergen waar het wrak met de inzittenden was gevonden. Het was een zeer emotionele tocht, want we volgden precies hetzelfde spoor als de reddingswerkers in 1955. In het begin was de straat nog geasfalteerd. Door de burgemeester en de hoogwaardigheidsbekleders werd ze nu ingehuldigd als de “Via Marcella Mariani”, een ode aan de omgekomen Miss Italië en aan alle slachtoffers van de Sabenaramp. Bij het monument werden we toegesproken door Johan De Cock, directeur licenties van het Belgische Directoraat-generaal Luchtvaart. In vlekkeloos Italiaans (!) prees De Cock de samenwerking tussen de Italiaanse en Belgische instanties, zowel bij de reddingsoperaties als tijdens het latere onderzoek. Hij benadrukte dat het monument hier niet was geplaatst in opdracht van officiële instanties. Het initiatief kwam van vrijwilligers die zich nog steeds verbonden voelden met de omgekomen inzittenden en met de gebeurtenissen uit 1955. Dit monument was ontstaan in het hart van Rieti en Cantalice.

Toespraak van Johan De Cock, directeur licenties van het Belgische Directoraat-generaal Luchtvaart. Links staat Paolo Patacchiola (burgemeester van Cantalice) en oud-journalist Antonio Cipolloni. (Foto Michel Mandl)
De Via Marcella Mariani”, een hulde aan de omgekomen Miss Italië en aan alle slachtoffers van SN503.

Monument
Onderweg kwamen er nog harde momenten. Van aan het straatnaambord was de weg in een zeer slechte staat. Met een paar tientallen vierwielaangedreven voertuigen werden de deelnemers ongeveer vijftien kilometer verder afgezet. Een groot deel van deze weg was in 1955 aangelegd, precies om de lichamen van de slachtoffers te kunnen vervoeren. Na een hobbelige rit moesten onze gasten de wagens verlaten en ging het te voet verder. Een van de deelnemers vertelde me: “Al die jaren heb ik alleen aan mijn eigen verdriet gedacht. Nu ik hier op een zomerse dag moeite moet doen om dit pad te volgen, besef ik maar al te goed hoe hard het voor de hulpverleners moet geweest zijn om de bevroren lichamen op geïmproviseerde brancards naar beneden te halen. Dit is werkelijk onvoorstelbaar”. Na een klim van zo’n veertig minuten bereikten de deelnemers de boomgrens. Een honderdtal meter verder stond het witte monument. Voor sommige familieleden was het een helse klim, maar iedereen wou erbij zijn en iedereen bereikte het monument. Onder de klimmers bevond zich o.a. Isabelle Meert, de vertegenwoordigster van de Belgische ambassade Jan De Bock in Rome, en Lt. Gen. (or) Michel Mandl, voorzitter van de Vieilles Tiges van België.

Het toestel van de Sabena Aeroclub vliegt over de Costa dei Cavalli. (Foto Jacques Boterman)
De plaats van het monument, gezien vanuit de Piper Archer OO-SAG. Hier passeren heel wat bergwandelaars. Ze bekijken het monument en nemen het verhaal mee op hun route, een verhaal dat niet zal vergeten worden.
Het zopas ingehuldigde monument. De bloemen voor de Sabena Old timers werden neergelegd door Marc Stolz, een zoon van de piloot. Hij droeg een uniform van Sabena. (Foto Michel Mandl)

Onder de aanwezigen bevonden zich ook verschillende inwoners van Cantalice en omgeving die geholpen hadden bij de reddingswerkzaamheden. Het waren daarboven op de Costa dei Cavalli zeer emotionele momenten voor de familieleden en voor onze Italiaanse vrienden. Er werden bloemen neergelegd aan het nieuwe monument en aan de kleine gedenksteen voor Yvonne Poncelet. Marc Stolz legde een prachtig bloemstuk neer in naam van de Sabena Old Timers. Op het moment dat alle gasten op de plaats van het monument stonden, had Peter Kirschen met de in Sabenakleuren geschilderde Piper Archer OO-SAG het monument enkele keren overvlogen. Schoonheid en tragedie kwamen hier op deze berghelling perfect samen. Christian Deglas las als eerbetoon de namen voor van de overledenen. De vertegenwoordigster van de Belgische ambassade dankte de Italianen voor dit initiatief. Hier werden Italiaans-Belgische vriendschapsbanden gesmeed die nooit meer zullen vergaan. Na een prachtige trompetsolo verlieten we stilaan deze wonderlijke plek in de bergen. Pure schoonheid en tragiek leven hier samen.

Isabelle Meert, de vertegenwoordigster van de Belgische ambassade, met de burgemeester van Cantalice. (Foto Jacques Boterman)
Nadat Christian Deglas de namen van de slachtoffers had voorgelezen weerklonk een prachtige trompetsolo. (Foto Jacques Boterman)

Berghut
Nabij de berghut “Rifugio Castiglioni” werden we in openlucht vergast op een heerlijke maaltijd met Italiaanse landwijn en fris bronwater. Mensen die elkaars taal niet spraken zijn hier de beste vrienden geworden. Er zijn vele gesprekken met nabestaanden van de slachtoffers die me zullen bijblijven. Iemand vertelde me: “Mijn vader was al sinds 1920 actief in Congo. Na de eerste pioniersjaren had hij een carrière uitgebouwd als notaris en advocaat Hij keerde met Sabenavlucht 503 terug naar Congo. De foto’s van zijn gezin droeg hij altijd mee in zijn aktetas. Hij was er de man niet naar om op een ziekbed te sterven. Hij heeft rust gevonden in de schoonheid van de Costa dei Cavalli, dat weet ik nu wel zeker”. Families en hulpverleners konden duidelijk een hoofdstuk in hun leven afsluiten.

Het gezellig etentje in de berghut “Rifugio”, na de inhuldiging van het monument. (Foto Jacques Boterman)

Tijdens de afdaling werd onze Land Rover nog gestopt door een oude geitenboer. Bij een drinkplaats vertelde de man hoe hij zelf de reddingsoperatie had beleefd. Het was een rasechte verteller, hij genoot van zijn verhaal. De dochter van de piloot zat in mijn wagen en de herder drukte haar hartelijk de hand. Het verhaal van de herder die Patricia Stolz ontmoette zal hier in de bergen nog honderden jaren worden doorverteld.

Een merkwaardige ontmoeting in de bergen. Een herder vertelt ons zijn eigen verhaal over het ongeluk.

Toen ik terug aankwam op het dorpsplein van Cantalice werd ik nog gestopt door twee oude in het zwart geklede dames. Ik weet zeker dat ze in hun leven dit dorp nooit hadden verlaten, deze plek was hun wereld. Ze spraken me vol bewondering aan over het monument dat zopas in de bergen was onthuld. Voor mij een zalig moment, het definitieve eindpunt van mijn research, het moment om ons onderzoek af te sluiten.

Ik wil alle medewerkers danken die hebben bijgedragen aan dit onderzoek en aan de bouw van het monument. Het was onmogelijk om iedereen in deze lijst te vernoemen, daarvoor alvast mijn verontschuldigingen.

Agostini Giorgio, Archeology Museum and Library of Rieti,Battisti Giuseppe, Belgische ambassade in Rome, Belgocontrol (Paul Reggie), Cipolloni Antonio, De Cock Johan (Directoraat-generaal Luchtvaart), Deglas Christian, Desideri Fabio, Durinckx Frank (Directoraat-generaal Luchtvaart), Emili Giuseppe, Families en vrienden van de omgekomen bemanningsleden en passagiers, Fiordeponti Francesco, Gemeentebestuur Grimbergen, Gentilini Luigi, Kirschen Peter, Land Rover, Mandl Michel (Voorzitter Vieilles Tiges de Belgique), Marchioni Felice, Maurizio Billi (ENAV), Melilli Fabio, Millesimi Arnaldo, Mirigliani Patrizia, Patacchiola Fabio, Patacchiola Paolo, priesters van Cantalice en Rieti, Pulcini Ivo, Ratti Pietro, Sabena Aeroclub (voorzitter De Ost Pieter, Fauconnier Luc en Robberecht Jean-François), Sabena Old Timers (Cammaerts Renilde en Stockmans Danny), Scacchi Domenico, Silvestrino Prosperi, Tavani Antonio, Van Der Haegen Christiane – Boterman Jacques, Vanden Eynde Luc. My apologies for all those very kind Italian friends who I forgot to mention in this list.

Frans Van Humbeek
Foto’s: Paul Van Caesbroeck

Foto’s in galerij: Jacques Botermans, Michel Mandl en Paul Van Caesbroeck

Cantalice is een prachtig Italiaans dorp, gebouwd tegen de flank van een berg. Rieti is een kleine stad met de charme van een dorp. Het massatoerisme is in deze regio nog niet doorgedrongen. Onze Italiaanse vrienden doen we graag een plezier door hun regio aan te prijzen. Mail ons indien je praktische informatie wil voor een verblijf, een wandeling naar het monument of een vlucht naar het vliegveld van Rieti. Consulteer alvast volgende sites:
www.comune.cantalice.ri.it
www.comune.rieti.it/portalerieti/index.asp
www.aeroclubrieti.it
Voor het volledige relaas over Sabenavlucht SN503 verwijzen we u graag naar het in 2009 gepubliceerde themanummer van Hangar Flying (Link naar artikel)

Tijdens ons verblijf in Cantalice werden we opgebeld door de mensen van Radio1 voor een interview. U kan het hier herbeluisteren.

Picture of Frans Van Humbeek

Frans Van Humbeek

is hoofdredacteur van Hangar Flying. Hij is freelance luchtvaartjournalist en auteur van verschillende luchtvaartboeken. Frans probeert zowat alle facetten van de Belgische luchtvaart op te volgen, maar zijn passie gaat vooral uit naar het luchtvaarterfgoed en de geschiedenis van de Belgische vliegvelden. Binnen het redactieteam van Hangar Flying zorgt hij ook voor de updates van www.aviationheritage.eu.

Ce site utilise des cookies pour optimiser votre expérience utilisateur. En continuant à surfer sur Internet, vous acceptez notre politique de confidentialité et d’utilisation de cookies. Accepter Lire Plus

'Ce Accepter Lire Plus