Graf van F/O George Floyd (Halifax III MZ740 MP-R 76 Sqn), slachtoffers bombardement, kapel, gesneuvelde weerstand

Op de gemeentelijke begraafplaats rust Flying Officer (Air Bomber) George Floyd. Hij sneuvelde op 26 december 1944 op 33-jarige leeftijd. Hij behoorde tot de bemanning van de Halifax MZ740 die neerstortte te Gênes-Hodister. Hij kon het toestel met zijn parachute verlaten en kwam terecht op het grondgebied van Nassogne. Floyd stierf aan zijn verwondingen.

Halifax III MZ740/MP-R van 76 Squadron nam deel aan één van de zeldzame daglichtoperaties van Bomber Command. Op een blog over Nassogne (nassogne.blogs.sudinfo.be), geïnspireerd door het hieronder geciteerde artikel, schreef Stéphane Herin over de crash en het lot van de bemanning. Het feit dat de bemanning over drie kerkhoven verspreid begraven werden, terwijl een ander lid van de bemanning tot op heden nog steeds vermist is, geeft al aan dat het niet zo’n eenvoudig verhaal is.

Piloot F/O Devoe Woolf RCAF kon nog uitspringen of werd door de explosie uit het toestel geslingerd. Daarbij werd hij blijkbaar zwaargewond. In inwoner van Gènes vond zijn lichaam aan een bosrand aan de kant van Halleux. Hij werd aanvankelijk begraven op het Amerikaanse kerkhof van Neuville-en-Condroz en later overgebracht naar het CWGC-kerkhof van Hotton.

Het lichaam van bommenrichter F/O George Floyd RCAF werd pas in februari 1945 gevonden, hangende aan zijn parachute ergens in een dennenbos. Hij werd begraven te Nassogne en op verzoek van zijn echtgenote werd hij niet overgebracht naar een ander CWGC-kerkhof.

Het lichaam van de navigator F/O Ralph H. Emerson RCAF werd pas ontdekt in oktober 1945, op een relatief korte afstand van de plaats van impact van het wrak, onder wrakstukken van de neus. Hij werd voorlopig begraven te Lignères maar rust nu op het Heverlee War Cemetery.

De lichamen van flight engineer Sgt John S. Gray, boordschutter W/O Thomas R. Smith en staartschutter F/S Oscar F. Newton RCAF werden ontdekt in Bande naast een vernield Duits voertuig. Vermoedelijk werden ze gevangengenomen door de Duitsers die, in volle Battle of the Bulge, in de streek aanwezig waren en werden ze het slachtoffer van een straffing door geallieerde vliegtuigen of een artilleriebeschieting. Het feit dat ze in Bande gevonden werden, heeft er vermoedelijk toe bijgedragen dat er geruchten zijn dat ze mogelijk het slachtoffer werden van Duitse represailles. Kort voor de bevrijding had de Duitse bezetter er lelijk huisgehouden en een aantal huizen in het dorp platgebrand maar voordat ergere dingen konden gebeuren, hadden de Amerikanen het dorp bevrijd. Nu, in het zog van de Duitse pantserspitzen, waren er plots weer mannen van de Sicherheitsdienst SD in het dorp; het was duidelijk dat ze hun werk van september kwamen afmaken. In totaal werden 32 willekeurige mannen koelbloedig doodgeschoten. ’s Anderendaags werden uit het naastliggende dorp Roy nogmaals twee mannen doodgeschoten. Waarschijnlijk liggen deze feiten, die gebeurden op 24 december 1944, aan de basis van de geruchten dat ook de drie bemanningsleden van MZ740 door de Duitsers doodgeschoten werden. Sgt Gray, W/O Smith en F/S Newton zijn begraven op CWGC Heverlee. Rugkoepelschutter F/S Kenneth M. Mason RCAF kon zijn parachute gebruiken en werd krijgsgevangen genomen.

Het lichaam van radio-operator P/O Ari B. Clark RCAF werd nooit teruggevonden. Hij wordt herdacht op het Runnymede gedenkteken.

Voor gedetailleerder informatie over het neerstorten van Halifax MZ740, zie: ‘Maurice Petit, Un bombardier Halifax s’écrase près de Gênes,’ in ‘Annales 2009 du Cercle historique de Marche-en-Famenne’, Hotton, Rendeux, 2009.

Info Rik Verhelle (2/1/2009): In bijlage een foto van de crashplaats van MZ740. Ik nam deze foto in augustus 2009. De krater is nog steeds zichtbaar, en is nu waterplas geworden. De krater ligt diep in een privébos en is zonder begeleiding niet toegankelijk.

In de kapel op de begraafplaats van Nassogne wordt op enkele informatieborden de bezetting en bevrijding van Nassogne herdacht. Daarop is onder meer aandacht besteed aan verzetsstrijder Emile ‘Joseph’ Benoit (°Nassogne, 2 januari 1921), aan de deportatie, aan de crash van de Halifax DT752 en Halifax NA687 en aan het door de Duitsers als represaille neerschieten van 34 burgers van Bande. Het graf van Emile bevindt zich nog op de begraafplaats van Nassogne, hier hangt een bordje op van de Royal Air Forces Escaping Society. Als weerstandslid werd hij op 18 juli 1944 neergeschoten in een hinderlaag van de Feldgendarmen in de Ardennen. Hij overleed in Marche.

Op de informatieborden wordt niet gesproken over een bombardement op Nassogne op 3 januari 1945. Nochtans vonden we graven van burgers die toen om het leven kwamen: Arthur Maréchal (°1930), François Collard (°1869), Euphrasie Benoit (°1877) en Philomène Grodos (°1855). Mogelijk werden ze in een andere gemeente gedood door een bombardement. De prachtige tekeningen op de borden zijn van illustrator Serge Nanson, een kunstenaar met een atelier in Lorcy (Saint-Hubert).

Beelden: © Steven Volckaerts | © Rik Verhelle, 13/3/2009 | © Frans Van Humbeek, 26/01/2021
Datum gebeurtenis:
26/12/1944; 3/1/1945; 18/7/1944
Datum registratie:
10/07/2006
Locatie:
Graf van F/O George Floyd (Halifax III MZ740 MP-R 76 Sqn), slachtoffers bombardement, kapel, gesneuvelde weerstand
Adres:
Kerkhof, Rue Richard Heintz, Nassogne
Lengtegraad:
5°20’12.6″E
Breedtegraad:
50°07’54.5″N

FEEDBACK

Ce site utilise des cookies pour optimiser votre expérience utilisateur. En continuant à surfer sur Internet, vous acceptez notre politique de confidentialité et d’utilisation de cookies. Accepter Lire Plus

'Ce Accepter Lire Plus