Belgische Militaire Begraafplaats De Panne

De militaire begraafplaats van De Panne telt 3.739 graven; er worden 136 Belgische doden herdacht die er niet (meer) begraven liggen. 3.366 Belgische doden uit de Eerste Wereldoorlog werden er begraven of herdacht, waarvan 811 niet geïdentificeerde. Er rusten eveneens 36 Franse gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog begraven, waarvan drie niet geïdentificeerde. Tenslotte liggen er ook nog 342 Belgische doden uit de Tweede Wereldoorlog, waarvan 42 niet geïdentificeerde. Er werden vierentwintig Belgische gesneuvelden van de Militaire Luchtvaart of waarnemers van de kabelballons begraven, waaronder talrijke slachtoffers van de Spaanse griep.

Soldaat Benoni Camille Beeckman, geboren te Erembodegem op 28 mei 1893, overleden in het militair hospitaal Cabour te Adinkerke op 29 oktober 1918 ten gevolge van ziekte. Begraven in De Panne, graf  H-168.

Soldaat Stanislas René Cornelissis, geboren te Sint-Andries-Brugge op 6 mei 1895, overleden op 7 juni 1918 in het militair hospitaal L’Océan te De Panne aan zijn verwondingen opgelopen bij het Duitse bombardement van het Belgische vliegveld De Moeren de dag voordien. Soldaat Cornelissis maakte deel uit van het 3e Smaldeel. Hij is begraven in De Panne, graf A-087.

Soldaat Adolphe Joseph De Buyser, geboren te Brugge op 20 februari 1898, overleden te De Moeren op 10 juli 1918 (volgens het Belgian War Dead Register, op 6 juni 1918 volgens andere bronnen) aan zijn verwondingen. Hij maakte deel uit van het 3e Smaldeel en was waarschijnlijk ook een slachtoffer van het Duitse bombardement van 6 juni 1918. Hij is begraven in De Panne, graf A-066.

Soldaat Gustave Maurice Dewulf, geboren te Sint-Denijs-Westrem op 23 april 1897, overleden aan zijn verwondingen in een veldhospitaal in Beveren-aan-den-IJzer op 17 april 1918. Hij maakte deel uit van de 1e Compagnie van de Militaire Luchtvaart. Begraven in De Panne, graf J-160.

Soldaat Telesphore Alxandre Devillers, geboren te Montignies-sur-Sambre op 9 maart 1890, overleden in het militair hospitaal Cabour te De Panne op 31 augustus 1918 aan de gevolgen van een ziekte. Hij maakte deel uit van het 2e Smaldeel, G.A.T.A. Begraven in De Panne, graf B-134.

Soldaat Jules Durieux, geboren in Wattrelos (Frankrijk) op 28 augustus 1884, overleden te Adinkerke op 21 maart 1918 ten gevolge van een ongeval waarbij hij een mitrailleurkogel in het hoofd kreeg. Hij maakte deel uit van het 10e Smaldeel. Begraven in De Panne, graf C-152.

Soldaat Henricus Leonardus Festraets, geboren te Antwerpen op 28 maart 1894, overleden op 16 augustus 1919 in het militair hospitaal Cabour in Adinkerke aan de gevolgen van longtuberculose. Begraven in De Panne, graf E-085.

Soldaat Louis Klant, geboren te Vielsalm op 10 februari 1897, overleden op 3 september 1918 in het militair hospitaal Cabour te Adinkerke aan de gevolgen van griep/longontsteking. Hij maakte deel uit van de 2e Smaldeel. Begraven in De Panne, graf B-115.

Korporaal Alfred Marchand, geboren te Hornu op 19 augustus 1894, overleden aan de gevolgen van griep/longontsteking in het militair hospitaal Cabour te Adinkerke op 4 september 1918. Begraven in De Panne, graf B-116.

Soldaat Jean Baptiste Meert, geboren te Ukkel op 3 september 1889, overleden te Quaedypre (Frankrijk) op 15 september 1918. Hij maakte deel uit van het 8e Smaldeel en volgens het Belgian War Dead Register kwam hij om het leven bij een “ongeval bij vliegtuigongeval”. Verdere details ontbreken echter. Begraven in De Panne, graf B-146.

Soldaat Jean Leon Constant Mutsaars, geboren te Mechelen op 26 juli 1890, overleden aan de gevolgen van griep/longontsteking in het militair hospitaal Cabour te Adinkerke op 29 oktober 1918. Maakte waarschijnlijk deel uit van het Parc d’Aviation in Calais. Begraven in De Panne, graf H-075.

Pierre Jacques Noë, geboren te Brugge op 19 november 1881, overleden aan de gevolgen van griep/longontsteking in het militair hospitaal Cabour te Adinkerke  op 24 oktober 1918. Hij maakte deel uit van het 6e Smaldeel. Begraven in De Panne, graf H-107.

Soldaat Alfred Jules Préat, geboren te Marcinelle op 1 januari 1978, overleden te De Moeren op 6 juni 1918 door ‘verwondingen (obusscherven)’. Hij hoorde bij het 3e Smaldeel en was dus heel waarschijnlijk nog een slachtoffer van het Duitse bombardement. Begraven te De Panne, graf A-085.

Adjudant Antoine Henri Vande Weyer, geboren te Neerpelt op 27 november 1891, overleden in het militair ziekenhuis te Adinkerke door griep en/of longontsteking op 31 oktober 1918. Antonius Vande Weyer, was vliegtuigschrijnwerker bij het 3e Smaldeel. Begraven op De Panne, graf A-204.

Onderluitenant Jean Charles Paul Emile De Mot, geboren te Brussel op 26 augustus 1876, overleden te Adinkerke op 6 oktober 1918. Jean De Mot was de zoon van de Brusselse burgemeester, Émile De Mot (burgemeester van 1899 tot 1909). Na zijn studies en doctoraat werd hij conservator van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (Jubelpark). Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog melde hij zich als oorlogsvrijwilliger en werd observator bij de kabelballonnen, onderdeel van de Genie. Hij maakte deel uit van de 1e Compagnie, 3e Sectie ballonvaarders. Hij raakte gewond op 5 oktober 1918 te Passendale toen hij geraakt werd door scherven van een Duitse obus bij het verlaten van een schuilplaats. Hij overleed ’s anderendaags in het hospitaal l’Ocean te Adinkerke. OLt De Mot rust in graf F-258. In de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis is een herdenkingsplaat aangebracht voor o.a. Jean De Mot.

Jean De Mot was de adjunct van Kpt-Cdt Serge Eckstein die eveneens gedood werd door de ontploffing. Kapitein-Commandant Serge Martin Eckstein, geboren te Antwerpen op 10 november 1888, gesneuveld te Mosselmarkt (Passendale) op 5 oktober 1918. Hij maakte deel uit van de Compagnie des Aérostiers, 1 Cie, de kabelballons van waaruit men de artillerie instructies gaf. Serge Eckstein werd eveneens gedood door Duits artillerievuur op 5 oktober 1918 bij Passendale. De Kazerne Eckstein te Zellik was tussen de twee wereldoorlogen de thuisbasis voor de ballonvaarders van de Belgische Militaire Luchtvaart en het was dus zeer toepasselijk dat ze de naam van een gesneuvelde ballonvaarder droeg. Kpt-Cdt Eckstein rust in graf F-257.

Onderluitenant Jean ‘John’ Antoine Ghislain Marie Joseph Ange de Roest d’Alkemade, geboren te Mozet (bij Namen) op 7 maart 1894, gesneuveld te Houthulst op 28 september 1918. Zoals wel meer vliegeniers maakte John de Roest d’Alkemade eerst deel uit van het landleger. Hij melde zich aan als oorlogsvrijwilliger in augustus 1914 en diende eerst in de artillerie van de forten van Antwerpen, later bij de 3e Divisie. Op 1 juli 1915 ging hij over naar de Militaire Luchtvaart en behaalde op 30 september 1915 zijn militair vliegbrevet. Op 14 december 1915 kwam hij bij het 4e Smaldeel te Houtem. De zaken gingen snel in die tijd want op 20 december 1915 vloog hij zijn eerste operationele opdracht. Op 21 oktober 1916 vloog hij zijn 100ste missie en op 7 april 1918 zijn 200ste. Op 28 september 1918 begon het Belgisch Leger aan zijn eindoffensief om de Duitse bezetter uit België te verjagen. Ook OLt ‘John’ de Roest d’Alkemade met als waarnemer Luitenant Charles Coomans waren van de partij. Boven Houthulst werd hun SPAD 11A-2, vliegend op zeer lage hoogte terwijl ze doelen op de grond beschoten, geraakt door grondvuur waarna ze een min of meer  geslaagde noodlanding maakten tussen de Belgische en Duitse linies. Belgische troepen zagen de landing en probeerden hen te bereiken maar ze werden neergemaaid door Duits mitrailleurvuur.

Beide werden op 1 oktober 1918 begraven op de Militaire Begraafplaats van De Panne. John de Roest d’Alkemade rust er nog steeds in graf F-155. Zijn gezel Charles Coomans is in 1922 overgebracht naar Elsene.

Luitenant Albert Alphonse Marie Paul Gisseleire, piloot, geboren te Brussel op 31 december 1895, overleden op 3 oktober 1918 te Colliemolenhoek (Oostnieuwkerke).

Onderluitenant Max Eugène Roland, waarnemer, geboren te Hyon (bij Mons) op 26 januari 1895, overleden op 3 oktober 1918 te Colliemolenhoek (Oostnieuwkerke).

Albert Gisseleire melde zich als oorlogsvrijwilliger begin 1915 en diende enkele maanden als chauffeur bij de Militaire Luchtvaart. Nog datzelfde jaar kreeg hij zijn overplaatsing naar de vliegschool waar hij zijn militair vliegbrevet behaalde op 27 november 1915. Eind maart 1916 kwam hij bij het 4e Smaldeel. Op 3 oktober 1918 vond boven Oostnieuwkerke een ongelijk luchtgevecht plaats tussen een dozijn Fokkers en de SPAD 11 van Lt Gisseleire en OLt Roland. Ze zouden nog een van de aanvallers neerhalen, maar de Belgen moesten uiteindelijk de duimen leggen. Piloot Lt Gisseleire kreeg een kogel in het hoofd en zijn waarnemer, OLt Roland stortte mee de diepte in. Bieden rusten nog steeds op de militaire begraafplaats van De Panne, graven G-234 en G-255.

Kapitein-Commandant Jules Arthur Joseph Dony, geboren te Elsene op 3 april 1890, overleden te De Moeren op 1 oktober 1918. Jules Dony was beroepsmilitair en leerde vliegen voor de Eerste Wereldoorlog (Belgisch vliegbrevet nummer 74 van 2 juni 1913). Jules Dony vloog achtereenvolgens bij het 6e en 5e Smaldeel. Later werd hij bevelhebber van het 5e Smaldeel (later omgedoopt tot 10e Smaldeel). Bij het opstijgen van De Moeren op 1 oktober 1918 liep de motor van zijn SPAD 7 niet regelmatig en hij keerde terug naar het vliegveld. Zijn motor viel volledig uit en hij probeerde het vliegveld in glijvlucht te bereiken maar crashte en ging over kop voor hij het terrein bereikt had. Hij werd met een schedelbreuk naar het militair hospitaal gebracht maar overleed voor hij er aankwam. Hij rust nog steeds op de militaire begraafplaats van De Panne, graf G-288.

Luitenant Richard Ernest Edmond Lyons Georges Marie Fanning, geboren te Elsene op 14 mei 1893, gesneuveld op 7 april 1917. Richard Fanning werd geboren in Brussel als zoon van een Britse vader en een Duitse moeder. In 1911 verkreeg hij de Belgische nationaliteit waardoor hij de opleiding aan de Militaire School kon volgen. Hij werd beroepsmilitair in december 1911. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog diende hij in de artillerie maar in januari 1916 kreeg Lt Fanning zijn overplaatsing naar de Militaire Luchtvaart. Zijn ervaring bij de artillerie kwam hem goed van pas als waarnemer. Hij maakte eerste deel uit van het IIIe Smaldeel, later van het 5e Smaldeel. Daar vloog hij o.a. met als piloot Teddy Franchomme die hij kende van voor de oorlog. Toen in augustus 1916 het 5e Smaldeel omgevormd werd tot een zuiver jachtsmaldeel met Nieuport-eenzitters werden de waarnemers overgeheveld naar de Frans-Belgische eenheid C74.

Het Franse Escadrille C74 ontstond op 10 maart 1916 op het Belgische vliegveld van Roesbrugge (op de weg van Poperinge naar Bergues in Frankrijk). De uitrusting bestond uit Caudron-vliegtuigen maar administratief was de eenheid aangehecht bij het Escadrille N26. Op 16 juli 1916 werd de eenheid zelfstandig als Escadrille C74 met als opdrachten observatie en verkenning; tegelijk verhuist de eenheid naar het vliegveld van Hondschoote, net over de grens met Frankrijk. Ze waren uitgerust met tweemotorige Caudron G 4 en G 6.

Op 7 april 1917, tijdens een vuurgeleidingsopdracht voor de artillerie, met als piloot Luitenant Paul Manceron, werd hun Caudron G 4 beschoten door luchtafweer. Luitenant Fanning werd geraakt door een granaatscherf en was waarschijnlijk op slag dood. Hij is begraven in De Panne in graf C-241.

Voor meer details over het Frans-Belgische Escadrille C74 zie deze link

http://albindenis.free.fr/Site_escadrille/escadrille074.htm

1 Sergeant Victor Julien Van Stappen, geboren te Antwerpen op 6 mei 1898, gesneuveld in Houtem op 19 mei 1918. Victor Verstappen melde zich als vrijwilliger voor het leger begin 1915. Hij maakte aanvankelijk deel uit van een eenheid die zoeklichten bediende. Op 1 september 1917 kon hij overgaan naar de Militaire Luchtvaart. Op 25 september 1917 had hij zijn burgervliegbrevet al in handen. Na het behalen van zijn militair vliegbrevet en wachten op een vrije plaats in een eenheid aan het front, kwam hij begin mei 1918 bij het 4e Smaldeel terecht. Bij zijn vijfde operationele missie op 19 mei 1918 ging het fout: bij het opstijgen raakte zijn Sopwith 1 ½ Strutter in een spin en crashte waarbij de piloot om het leven kwam. 1Sgt Van Stappen is begraven in De Panne, graf C-202.

1 Sergeant-Majoor Didier Marie Auguste Malherbe, geboren te Liège op 28 juli 1986, overleden te Houtem op 4 juni 1918. Hij was een oorlogsvrijwilliger van het eerste uur en diende aanvankelijk als motorrijder. In september 1915 kwam hij bij het Parc d’Aviation in Calais terecht en vandaar bij het 1e Smaldeel als technieker. Vandaar ging hij naar de pontonniers van de Genie. Een jaar later kwam hij terug naar de Militaire Luchtvaart maar nu als leerling-piloot. Hij behaalde zijn burgerbrevet op 24 april 1917 in de Belgische vliegschool te Etampes en zijn militair brevet op 13 juli 1917. Aan het einde van 1917 kon hij naar het 4e Smaldeel. De eenheid was uitgerust met Sopwith 1 ½ Strutter maar ontving in de loop van 1918 ook enkele Sopwith Camel eenzitters. De Camel had bij de Belgen geen al te beste reputatie en werd gezien als een moeilijk vliegtuig. Er gebeurden talrijke ongevallen met de Camel, soms met alleen maar schade aan de reputatie van de piloot maar van juni 1918 tot aan de wapenstilstand gebeurden er niet minder dan vijf dodelijke ongevallen met Belgische Sopwith Camels. Een van de slachtoffers was 1Sgt-Maj Didier Malherbe: bij het opstijgen vanaf Houtem op 4 juni 1918 overtrok hij zijn vliegtuig waarna het crashte. Hij is begraven op de militaire begraafplaats van De Panne, graf C-193.

1 Sergeant René Jean Vlieckx, piloot, geboren te Liège op 29 juli 1896, overleden te De Moeren op 21 mei 1918.

Onderluitenant Albert William Joseph Cornesse, waarnemer, geboren te Stavelot op 13 maart 1890, overleden te De Moeren op 21 mei 1918. Beiden maakten deel uit van het 3e Smaldeel.

René Vlieckx melde zich aan als oorlogsvrijwilliger begin 1915 en diende eerst in de infanterie. Hij behaalde de graad van adjudant maar verloor deze met opzet zodat hij zijn overplaatsing naar de Militaire Luchtvaart kon bekomen in 1917. Hij behaalde zijn militair vliegbrevet op 4 december 1917 en kwam in maart 1918 bij het 3e Smaldeel.

OLt Cornesse was de waarnemer van een Sopwith 1 ½ Strutter die, met piloot 1Sgt Vlieckx, op 21 mei 1918 het artillerievuur voor de batterij “Lange Tom” regelde. Boven Zarren werden ze getroffen door luchtafweergeschut. Vlieckx probeerde nog terug te keren naar De Moeren maar crashte waarna het vliegtuig in brand vloog.

OLt Cornesse is begraven op de militaire begraafplaats van De Panne, graf B-222. 1Sgt Vlieckx werd in 1919 overgebracht naar de begraafplaats Sainte Walburge in Liège.

Beelden: © Michel Collaert, 10/10/2017 | © Georges Lecomte | © Lambert Derenette
Datum gebeurtenis:
07/04/1917, 19/05/1918, 21/05/1918, 04/06/1918, 06/06/1918, 28/09/1918, 01/10/1918, 03/10/1918, 05/10/1918, 06/10/1918
Datum registratie:
02/11/2007
Locatie:
Belgische Militaire Begraafplaats De Panne
Adres:
Belgische Militaire Begraafplaats, Heldenweg, De Panne
Lengtegraad:
2°36’05.8″E
Breedtegraad:
51°04’31.9″N

FEEDBACK

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer