Gedenkplaat voor Georges Nélis

Georges Jules Louis Nélis (geboren te Halle op 22 mei 1886, overleden te Elsene op 2 maart 1929) mag ongetwijfeld een van de grondleggers van de Belgische luchtvaart worden genoemd. Zijn ouders waren afkomstig van Orp-le-Grand (Orp-Jauche, Waals-Brabant). De middelbare studies volgde hij in Halle waar zijn vader schoolhoofd was. Vermoedelijk heeft het gezin daar ook in de conciërgewoning gewoond. De pientere Hallenaar koos voor een militaire carrière en op 3 oktober 1904 startte hij zijn studies in de Militaire School om in juni 1909 ingelijfd te worden bij de genie. Vanaf 30 september 1909 vinden we Nélis terug bij de Werkers- en Luchtschipperscompagnie. Kapitein Clément de Saint Marcq van de ‘Compagnie’ had opdracht gekregen om een militaire vliegschool op te richten. Nélis werd de eerste Belgische officier die rechtstreeks ‘militaire’ vlieglessen zou volgen, ondermeer in Kiewit en in het Franse Mourmelon. Op 21 december 1910 ontving Nélis zijn vliegbrevet van de Fédération Aéronautique Internationale (FAI). Andere militairen, zoals de Oostendenaar en luitenant der artillerie Alfred Sarteel, hadden ondertussen bij de Caters een burgerlijk vliegbrevet behaald.
De Militaire Vliegschool van Brasschaat was in mei 1911 gestart met de vliegopleidingen. Nélis was van bij het begin betrokken bij de organisatie van het nieuwe vliegveld. Hij gaf in de vliegschool ondermeer theorielessen en hield toezicht op de vliegopleiding. Eerst werd hij technisch directeur en later commandant van de vliegschool. Nélis maakte in Brasschaat zijn eerste verkenningsvluchten en voerde experimenten uit met een op een Farman HF16 gemonteerd Lewis-machinegeweer. In september 1912 bood Nélis zijn goede vriend Victor Boin (militair piloot, sportman, luchtvaartjournalist) in Brasschaat een luchtdoop aan. Zijn hele leven bleef hij bevriend met Boin. Ook met Koning Albert onderhield Nélis vele jaren een genegen contact.
In september 1914 werd Nélis samen met de gebroeders Bollekens geëvacueerd naar Frankrijk waar ze hun werk konden voortzetten in Calais-Beaumarais. Nélis werd commandant van de Technische Dienst. Zijn werkhuizen werden modelwerkplaatsen. Hij trouwde met Margueritte Cambier, dochter van een rechter uit Halle, en kreeg twee dochters. In 1916 stopte hij de samenwerking met Bollekens, een harde klap voor het Antwerpse bedrijf dat aan de ‘luchtmacht’ vliegtuigen leverde en zorgde voor onderhoud. Zijn tegenstanders verweten Nélis dat hij hiermee een Belgische concurrent uit de weg wou ruimen. Volgens Nélis stond Bollekens onvoldoende open voor technische vernieuwing. Een feit is wel dat de ateliers waarvoor Nélis verantwoordelijk was, werkplaatsen waren die model stonden voor het vliegtuigonderhoud. Nélis kon geen gebrek aan organisatietalent worden verweten. Het was toen al duidelijk dat de man grootse plannen had voor de naoorlogse Belgische luchtvaart.
Na de Eerste Wereldoorlog installeerde Nélis en de Technische Dienst zich op het verlaten vliegveld van Evere. Tijdens de oorlogsjaren had hij ernstig nagedacht over de toekomst van de Belgische luchtvaart. Begin 1919 publiceerde hij zijn visie over de toekomst van de Belgische luchtvaart getiteld ‘L’expansion Belge par l’aviation’, een boekje waar de ambitieuze Nélis een grote rol toebedeelde aan de burgerluchtvaart, een vooruitstrevende gedachte in die tijd. Hij was er rotsvast van overtuigd dat de Belgische luchtvaart zich onafhankelijk moest opstellen t.o.v. buitenlandse luchtvaartconstructeurs. Nélis had het manuscript eerst aan zijn vriend Victor Boin getoond, die liet het uitgeven onder de auspiciën van het luchtvaarttijdschrift La Conquête de l’Air. De banken hadden eerder al sterke interesse getoond om de luchtvaart intenser te gebruiken in hun Congolees wingewest. De publicatie van Nélis kwam voor hen als een geschenk uit de hemel want het overtuigde de publieke opinie om meer te investeren in de toekomst van de luchtvaart. Nélis genoot de onvoorwaardelijke steun van Koning Albert en van de financiële wereld. Zelden heeft een publicatie zoveel impact gehad op de toekomst van de Belgische luchtvaart.
Na de Eerste Wereldoorlog lag Nélis samen met ondermeer Tony Orta, ook een voormalig militair piloot, aan de basis van het Syndicat National pour l’Etude des Transports Aériens, vanaf 1921 Société National pour l’Etude des Transports Aériens (SNETA), de voorloper van SABENA (Société Anonyme Belge d’Exploitation de la Navigation Aérienne). Nélis nam toen ontlag uit het leger. SNETA werd opgericht op 31 maart 1919.
De vaste overtuiging van Nélis dat ons land een eigen luchtvaartindustrie nodig had, leidde op 16 december 1920 tot de oprichting van SABCA (Société Anonyme Belge de Constructions Aéronautiques). Een van de voornaamste aandeelhouders was SNETA dat precies daarvoor een kapitaalsverhoging kreeg. SNETA (en later SABENA) en de krijgsmacht konden nu bestellen bij de eigen luchtvaartindustrie. Nélis werd gedelegeerd bestuurder bij SABCA. Nélis was ongetwijfeld een visionair die de Belgische luchtvaart een stevige duw in de rug heeft gegeven.
Op 1 juni 1922 stopte SNETA met luchtvervoer omdat de opdracht van de maatschappij was volbracht. Vanaf dan fungeerde SNETA als moedermaatschappij van SABENA, SABCA en andere Belgische luchtvaartbedrijven. Vanaf 23 mei 1923 werden de luchtlijnen vanuit België uitgebaat door de volwaardige nationale luchtvaartmaatschappij SABENA. Georges Nélis werd benoemd tot directeur.
In 1924 ging Nélis ook zetelen in de raden van bestuur van de Société Colombophile de Transports Aériens (SOCTA) en de Compagnie Aérienne Belge (CAB). De eerste was een vliegmaatschappij voor het vervoer van duiven, de tweede was gespecialiseerd in de luchtfotografie.
Ook in Congo was SNETA en de Ligne Aérienne Roi Albert (LARA) erg actief. Het belang van zijn inspanning voor Congo kan moeilijk worden overschat. Nélis gaf doorslaggevende adviezen voor de uitbouw van het luchtwegennetwerk in Congo. Van oktober tot december 1926 maakte hij daarvoor ondermeer een studiereis samen met professor Emile Allard, directeur van de technische dienst van de Belgische luchtvaart. In 1929 had SABENA in Europa een regelmatig routenetwerk van amper 1.000 km, in Congo bedroeg dat toen al bijna 4.000 km die in soms miserabele omstandigheden moesten overbrugd worden.
Na een slepende ziekte overleed Georges Nélis op 2 maart 1929 in Elsene. Hij was amper 43 jaar. Nélis werd op dinsdag 5 maart 1929 met militaire eer begraven in Elsene. Een jaar later bracht men zijn lichaam over naar een monumentaal graf in Evere. Om het graf te bekostigen was een nationale inzamelactie gehouden. Het ontwerp was van Ernest Jaspar, het bronzen beeld van Pierre de Soete.
Voor een meer gedetailleerde biografie verwijzen we graag naar het artikel van Georges de Coninck en Michel Mandl op de site van de Vieilles Tiges: www.vieillestiges.be/nl/rememberbook/contents/38
SABCA koestert nog steeds deze gedenkplaat voor Georges Nélis. Onder zijn portret lezen we: ‘Georges Nélis. Schepper der Belgische Krijgs Handel en Koloniale Luchtvaart. 1886-1929’. De gedenkplaat is helaas niet zichtbaar voor het publiek.
Beelden: © Patrick de Wilde D’Estmael, 29/05/2012
Datum registratie:
12/06/2012
Eigenaar:
SABCA
Locatie:
Gedenkplaat voor Georges Nélis
Adres:
Vroegere hoofdingang SABCA, Haachtsesteenweg 1470, Haren, Brussel
Lengtegraad:
4°25’02.2″E
Breedtegraad:
50°52’54.6″N

FEEDBACK

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer