Het hulpvliegveld van Zwevezele kreeg van de Belgische militairen bij de aanleg in 1939 de code 34. Het bevond zich deel op het grondgebied van Zwevezele en Egem, ter hoogte van de huidige TV-zendmast. Dit vliegveld is niet hetzelfde als het WO1-vliegveld van Egem.
Verschillende Belgische smaldelen van het Belgisch leger maken in de meidagen van 1940 gebruik van het vliegveld van Zwevezele: 2de en 3de smaldeel Vliegopleiding (2/EPil, 3/EPil), 1ste smaldeel Reserve Park, 1ste groep van het derde Luchtvaartregiment (I/3Lu), … ) Al op 10 mei wordt het vliegveld aangevallen en de schade is groot.
Na de Achttiendaagse Veldtocht en de capitulatie nemen de Duitsers het vliegveld van Zwevezele over. In 1941 volgde een uitbreiding en aan de zuidzijde kwam een taxibaan met vliegtuigschuilplaatsen. De bezetter bouwde een opslagplaats voor brandstof in het Meibos en een munitiedepot. Het hoofdkwartier lag aan de westkant van het vliegveld. Het hele vliegveld was omheind met prikkeldraad.
De Duitsers verlieten het vliegveld op 3 september 1944, ze lieten eerst nog een deel van de munitie ontploffen. Enkele dagen na het vertrek van de Duitsers maakte een Amerikaanse P-38 een buiklanding op het vliegveld. Na de bevrijding werd de landingsbaan door de geallieerden opnieuw bruikbaar gemaakt. In 1946 en 1947 ging er een ‘Egems vliegfeest’ door met lichte vliegtuigen. Later werden de gronden van het vliegveld terug aan de landbouwers gegeven en in 1973 bouwde men dan de televisiemast op het voormalige vliegveld.