Zeppelin Museum Friedrichshafen, wandelen in de Hindenburg

Friedrichshafen, 19 oktober 2010. Voor onze afspraak bij ZLT Zeppelin Luftschifftechnik (zie artikel) brachten we een bezoek aan het Zeppelin Museum Friedrichshafen. Dat heeft sinds juli 1996 onderdak gevonden in het voormalig spoorwegstation van Friedrichshafen, aan de oever van de Bodensee. In dit oude Hafenbahnhof huist nu ’s werelds grootste collectie over de geschiedenis van de luchtschepen.

Friederichshafen is beslist een citytrip waard. Vanuit Brussel is het zo’n acht uur rijden of je vliegt naar Flughafen Friederichshafen (FDH, EDNY), de luchthaven die bekend is om Aero Fliedrichshafen, de internationale luchtvaartbeurs voor de general aviation. Er is een overvloed aan betaalbare verblijven en gezellige restaurants en je verblijft midden in een charmante wijnstreek. Vanuit het stijlvolle restaurant van het Zeppelin museum (een aanrader!) zie je de ferry’s vertrekken en kijk je uit op de met sneeuw bedekte bergtoppen. Wij bezochten enkel het Zeppelinmuseum (www.zeppelin-museum.de) maar ook het Dorniermuseum is een aanrader (www.dorniermuseum.de).

Frans Van Humbeek
Foto’s: Paul Van Caesbroeck

  • Het Zeppelin Museum, opgetrokken in Bauhaus-stijl, biedt niet alleen onderdak aan de luchtvaartcollectie maar ook aan een groot aantal werken van kunstenaars uit de regio. Meer dan honderd jaar techniek en vijfhonderd jaar kunstgeschiedenis onder één dak, een unieke kijk op cultuur, techniek en reizen.

  •  
  • Onder de reconstructie van de Hindenburg staat de Maybach Zeppelin DS8. Van deze auto die aangepast werd naar de eisen van de klant, werden er tussen 1931 en 1939 zo’n 230 gefabriceerd. De cijfers spreken voor zich: 12 cilinders, 200 pk, gewicht 3,6 ton, verbruik 30 liter per 100 km en kostprijs 40.000 Reichsmark of het equivalent van 200 maandsalarissen van een geschoolde arbeider. De exclusieve Maybachwagens worden nog altijd geproduceerd en als ik hun website bekijk (www.maybach.be) heb ik de stille indruk dat de loon- en prijsverhouding nog altijd klopt. Rechts op de foto zien we de originele brandladder staan van de zeppelinloods.

  •  
  • De laatste zeppelinloods, een constructie van 275 m lang, 52 m breed en 51 m hoog die dateerde uit1936, werd hier in de zeventiger jaren voorgoed vernield. De woordvoerster van het museum kan nog altijd niet begrijpen hoe zo’n belangrijk stuk luchtvaartgeschiedenis voor de bijl is gegaan. Ik wil een vergelijking maken met de Belgische loods voor observatieballons in Zellik. Inderdaad, die staat er nog maar voor hoelang nog? Nog een pittig detail: in het schaalmodel van de loods staat ook de brandladder die te zien was op de vorige foto.

  •  
  • Een “klein” deel (33 meter lang!) van de Hindenburg (245 meter lang) werd in dit museum waarheidsgetrouw nagebouwd. Voor het eerst krijgen we een idee van de afmetingen van het luchtschip. Oude mecaniciens die ooit nog werkten aan de bouw van de Hindenburg, hielpen om alles in detail te reconstrueren en dit met de werktuigen uit die tijd. Via een aluminium trap komen we in de gastenverblijven van de Hindenburg terecht.

    In de zithoek (foto) worden we werkelijk ondergedompeld in de sfeer van de transatlantische zeppelinvluchten. De afbeeldingen op de wanden werden gemaakt door de eerste Duitse airbrush-kunstenaars. Ze werden in deze reconstructie aangebracht na advies van een man die als leerjongen gewerkt had voor de airbrush-kunstenaar van de Zeppelin. Zetels, serviezen, tafels en zelfs het toilet zijn puur topdesign. De meubels zijn zo modern dat ze nog altijd zouden passen in een hedendaags interieur.

    In de zithoek stond een piano. Speciaal voor de Hindenburg werden in Leipzig twee lichte piano’s uit aluminium gebouwd. De eerste ging verloren in Lakehurst, niemand weet waar de tweede zich bevindt.

  •  
  • In de postkamer werden brieven geschreven voor het thuisfront. De Duitse post financierde ongeveer 25% van de Zeppelinvluchten. Hun snelle postdienst was immers zeer lucratief.

  •  
  • Een van de slaapkamers in de Hindenburg. Alles is met fijne stoffen bekleed. Met brandveiligheid moest nauwelijks rekening gehouden worden, als het maar licht was.

  •  
  • Opklapbare wasbak in de slaapkamers van de zeppelin.

  •  
  • De mecanicien die in deze motorgondel van de LZ129 Graf Zeppelin stond, werd om de vier uur vervangen. Hij moet zowat gek geworden zijn van het lawaai van de in Friedrichshafen gebouwde Maybachmotor. De man werkte in temperaturen rond de 50 °C.

  •  
  • Zicht op de verlichte rookkamer (achteraan) van de LZ 129 Hindenburg, een mooie reconstructie. Gezien de ontvlambaarheid van het waterstof moesten de gasten hun rookgerief aan een steward afgeven. In de speciale rookkamer konden ze gaan genieten van hun Havana’s of Dunhills. De aluminium constructie heeft een blauwe beschermlaag. Rechts zien we water- en brandstoftanks.

  •  
  • Sabine Ochaba (foto), persverantwoordelijke van het museum, bracht ons ook in contact met Barbara Waibel, de verantwoordelijke van de archiefdienst van het museum. We toonden haar uiteraard het artikel van Piet Dhanens (“Historische ontmoeting in Gent”) over de crash van de LZ 37 in Gent.

    Een tijd geleden mocht ze samen met curator Jürgen Bleiber, een groot stuk ontvangen van de Hindenburg, met daarnaast ook nog onderdelen van de Britse R100 en de Amerikaanse ZRS 4 Akron en ZRS 5 Macon. Deze bijzonder zeldzame onderdelen werden een jaar geleden toevallig ontdekt tijdens een schoonmaakbeurt van een grote luchtschiploods in Akron (Ohio, USA). De vondst werd verdeeld over drie musea, nl. het Smithsonian Air and Space Museum in Washington, het luchtschipmuseum in Akron en natuurlijk het Zeppelinmuseum dat als enige de resten van de Hindenburg kreeg toegewezen. Dr. Ursula Zeller, directeur van het Zeppelin Museum Friederichshafen, is natuurlijk erg fier dat het uniek onderdeel van de Hindenburg binnenkort een definitieve plaats zal krijgen in het museum in Friederichshafen.

  •  
  • Bijna 75 jaar geleden verongelukte de Hindenburg in Lakehurst (6 mei 1937). De TV-beelden van het drama gingen toen de wereld rond. Een van de slachtoffers was machinist Robert Mosers. De man werd begraven in Fluorn-Winzeln, een stad in Baden-Württemberg. Op zijn graf lagen kransen van Nazi-kopstukken, dat getuigt hoe belangrijk de Zeppelins wel waren voor het regime. De rouwlinten die aan de kransen hingen liggen nu in het Zeppelinmuseum.

  •  
  • Een collectie schroeven van zeppelinmotoren. V.l.n.r. luchtschip David Schwarz (1897), LZ 1 (1900), LZ 2/LZ 3 (1905/1906) en Hindenburg (1936/1937).

  •  
  • De aluminium constructie van de zeppelins is op sommige plaatsen een waar kunstwerk. Graaf Ferdinand von Zeppelin (°1838, †1917) was een uitvinder, een visionair en industrieel. Hij werd geboren in een welstellende aristocratische familie in Württemberg (Duitsland). Na zijn polytechnische studies koos hij voor een carrière in het leger.

    Vanaf 1891 werkte von Zeppelin aan de bouw van zijn eigen bestuurbaar luchtschip. Zijn eerste luchtschip werd in 1893 gebouwd met publieke fondsen. De LZ 1 was maar liefst 128 meter lang en was voorzien van twee motoren van 15 pk. De eerste vlucht vond plaats op 2 juli 1900 maar was geen succes. De kwaliteit van de luchtschepen die de graaf bouwde, verbeterde met de ervaring die werd opgedaan. In 1908 keurde de militaire overheid zijn project goed en Zeppelin stichtte toen zijn eigen firma GmbH Luftschiffbau-Zeppelin. De aanvankelijk vreedzame uitvinding werd tijdens de Eerste Wereldoorlog gebruikt voor bombardementsvluchten. De luchtschepen waren echter een te gemakkelijk doelwit voor de vliegtuigen.

    Uit de Zeppelin-Stiftung (Zeppelin Foundation) ontstonden heel wat nevenbedrijven, zeg maar spin-off, zoals ZF Friedrichshafen (technologie voor de automobielindustrie), MTU (vliegtuigmotoren) en Maybach.

  •  
Frans Van Humbeek

Frans Van Humbeek

is hoofdredacteur van Hangar Flying. Hij is freelance luchtvaartjournalist en auteur van verschillende luchtvaartboeken. Frans probeert zowat alle facetten van de Belgische luchtvaart op te volgen, maar zijn passie gaat vooral uit naar het luchtvaarterfgoed en de geschiedenis van de Belgische vliegvelden. Binnen het redactieteam van Hangar Flying zorgt hij ook voor de updates van www.aviationheritage.eu.

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer