Vlinders in de buik

Cover.jpg

Lichtervelde, 28 juli 2014. Aan een lange werktafel zitten twee mannen te turen naar een perfect gekalibreerd computerscherm. Beide mannen knikken tevreden naar elkaar. Op het scherm is de cover te zien van de nieuwste novelle van Guido Bouckaert. Wat er staat, is precies wat de schrijver voor ogen had. Guido onderbreekt zijn werk graag voor een interview.

Hangar Flying: Guido is een bijzonder bezig bijtje?
Never a dull moment, zeg ik zo als lijfspreuk. Dus ja, ik ben aldoor bezig met luchtvaart. Je kan me af en toe vinden in www.hangarflying.eu, waar ik als gastauteur figureer en op de sociale media waar ik nadrukkelijk aanwezig ben. Zeer geregeld plaats ik stukjes op mijn website (www.aeroscript.be), de ene keer informatief – ‘prikbord,’ de andere in de vorm van een cursiefje – ‘woorden.’ Het gaat inderdaad allemaal zeer hard vooruit, elke dag scheurt als een straaljager de lucht in.

Hangar Flying: Velen weten je dus te vinden als het over luchtvaart gaat?
Ik ben niet vies van een uitdaging. Dat kan zijn: een vliegtuig ontdekken in vlucht, deelnemen aan een BBQ bij een Flight Training Organization, de media voorlichten, al eens voor regionale TV commentaar leveren, een groep rondleiden op het vliegveld, en ja, ook nog hierover schrijven, natuurlijk.

Hangar Flying: Hoe vordert het werk aan het tweede deel van uw trilogie?
Die is af! Het drukken zal klaar zijn tegen eind oktober of vroeger en ‘Vlinders in de buik’ is dan beschikbaar vanaf 1 november 2014. Voor Hangar Flying geef ik heel graag de cover vrij, in avant-première, nergens eerder te zien.

Hangar Flying: Je schrijft wel verbazend snel?
Klopt. Het eerste deel van mijn trilogie, De rode Jurk, werd verdeeld naar aanleiding van de Luchthavendagen in Wevelgem van maart 2014. Dat verhaal schreef ik in drie dagen, elke dag tienduizend woorden. En je moet weten dat de beste vriend van een schrijver, de papiermand is! Het schrijven van ‘Vlinders in de buik’ nam zo’n zes maanden in beslag. Ik liet het verhaal bewust langzaam groeien. En tegelijk schreef ik alternerend aan ‘Toen alles nog kon,’ het derde deel van de trilogie. Hiervan is ook de cover al opgemaakt maar ik heb nog het najaar nodig om het verhaal fijn te slijpen zoals een diamant.

Hangar Flying: Drie delen van elk dertigduizend woorden, dat is een heus boek. Herwerk je ooit je trilogie tot één boek voor eventueel een geïnteresseerde uitgever?
Als ik één iets heb geleerd in al die jaren, is dat je beter alles zelf in de hand houdt. Dat lukt me wonderwel. Ik hoop bij de publicatie van het derde deel wel alle drie delen te kunnen aanbieden in één cassette, maar eerst afwachten of er hiervoor geld ter beschikking komt.

Hangar Flying: Zit er voor de liefhebbers van vliegtuigen veel vliegplezier in beide vervolgverhalen?
You bet! Had ‘De rode Jurk’ een erg persoonlijke inslag, dan swingt ‘Vlinders in de buik’ als een heus avontuur de wereld rond en in deel drie draait het nog nadrukkelijker rond vliegtuigen.

Hangar Flying: En hoe zit het tot nu toe met de reacties van je lezers?
Ik schrijf heel apart, zelfs moeilijk. De drempel voor mij ligt bij alles heel hoog. Wat ik schrijf is slechts een raakvlak waar de lezer mee verder gaat. Wat een lezer ervan maakt is soms boeiender, dan wat ikzelf beoogde. Dat is een heel fijn gevoel. Al deze reacties werken aanstekelijk.

Hangar Flying: Het verhaal speelt zich af tussen de Verenigde Staten, Venezuela, de Nederlandse en Franse Antillen, Maleisië, Nederland, Zwitserland en Frankrijk. Opvallend zijn de levendige beschrijvingen van deze locaties. Je hebt veel gereisd, heb je die plaatsen ook bezocht?
Inderdaad, de beschrijvingen zijn levensecht. Ik ben overal geweest met uitzondering van de Nederlandse Antillen.

Hangar Flying: Je wilt het allerlaatste woord?
Jazeker. Om nadrukkelijk HF te danken die mij geregeld bijtreedt in mijn editoriale verzuchtingen. En verder is de foto op de achterflap van ‘Vlinders in de buik’ van Hangar Flying- medewerker Tom Brinckman. Dat zijn foto is verkozen boven meerdere andere, getuigt van een bijzondere kwaliteit.

Van ‘Vlinders in de buik’ door Guido Bouckaert, volgt hierna in voorpublicatie bij Hangar Flying een stukje tekst:
‘Aan de rand van het vliegveld staat de volgende ochtend een zomers minibusje fout geparkeerd. Van binnenuit houden twee schimmen onafgebroken het kleine geparkeerde vliegtuig in het oog. De witte L-410 van Oostblokmakelij met donkerbruin geschilderde buik en gele strepen over de romp, staat rustig op het onderstel te schommelen in de harde zeebries. De twee gluurders hebben keer op keer hun doelwit gezien op foto en beeld. Gestalte en gezicht van de man staan stevig in het geheugen geprent. Zodra het doel opduikt bij het vliegtuig, is de boodschap klaar en simpel: activeer op afstand het ding in dat vliegtuig, zodra de cabinedeur is dichtgetrokken.

Er komt een politiehelikopter overgevlogen die met een scherpe bocht terugkeert en behendig boven de minibus blijft hangen. Alsof ze hier op hebben gewacht, zwaait de ene schim met het bovenstukje van haar bikini door het venstertje. Door een ander schuifraampje wappert een mannenslip in de rotorwash van de heli.

In de helikopter grijnzen de politiemannen elkaar toe. Ze keren de machine om en klimmen omhoog in de richting van de stad. Hun werktijd zit er bijna op. Ze hebben net iets meegemaakt waarmee ze vanavond de bovenhand kunnen halen als de verhalen in de kroeg, de ronde beginnen te doen.’

De Drie Musketiers uit het eerste deel van de trilogie (De rode Jurk) zoals Monsieur d’Artagnan, komen ook terug in deel twee (Vlinders in de buik.) Luchtvaartliefhebbers vinden zeker hun gading in deze trilogie, door ieder hoofdstuk vliegen wel een paar knappe toestellen. Ook knap is het personage Kiki, vrouwelijk schoon dat de lezer wel eens doet wegkijken van de luchtvaarttechniek. Het verhaal ‘Vlinders in de buik’ situeert zich vooral in de wereld van de journalistiek en de luchtvaart, precies die dingen die Guido nauw aan het hart liggen.

‘Vlinders in de buik’ kan nu al besteld worden bij de auteur – levering vanaf 1 november 2014: bouckaert.guido@gmail.com of via www.aeroscript.be
De druk van het boek wordt verzorgd door Atalanta in Roeselare (www.atalanta.be), opmaak door Hans Couckuyt. Formaat: 10 x 16 cm, 75 blz, D/2014/7653/2.
Prijs: 8 euro, verzendkosten inbegrepen. Beperkte oplage.

Frans Van Humbeek

Frans Van Humbeek

Frans Van Humbeek

is hoofdredacteur van Hangar Flying. Hij is freelance luchtvaartjournalist en auteur van verschillende luchtvaartboeken. Frans probeert zowat alle facetten van de Belgische luchtvaart op te volgen, maar zijn passie gaat vooral uit naar het luchtvaarterfgoed en de geschiedenis van de Belgische vliegvelden. Binnen het redactieteam van Hangar Flying zorgt hij ook voor de updates van www.aviationheritage.eu.

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer